51 | SPRINTEN VOOR EEN REGENJAS

(foto: Bert in actie in de Ronde van Boxtel in augustus 1956, hij werd zesde)
(foto: Bert in actie in de Ronde van Boxtel in augustus 1956, hij werd zesde)
Wat een weekend hebben we achter de rug. Alsof het afscheid van Bryan Ruiz als profvoetballer niet genoeg was, kwam er nog een zinderende WK-finale achteraan.
Ik zag op de late zaterdagavond op tv de ceremonies rond het afscheid van Bryan Ruiz en de vriendschappelijke wedstrijd tussen Alajuelense en FC Twente (2-2). Maar ik dacht onderwijl alsmaar terug aan de prachtige wedstrijden van de FC waarbij Bryan steeds de kers op de taart drukte met een doelpunt (vaak het winnende) of met een prachtige actie. Ja, ik was fan van hem, ook al was ik die tijd als sportjournalist zo neutraal mogelijk. Maar je bent ook voetballiefhebber.
Als je nog een keer kampioen wilt worden en mee wilt doen om andere prijzen, verkoop je toch je beste speler niet. Dan hou je de man die de sleutel van het succes in zijn achterzak heeft, in huis. Bovendien, Bryan wilde zelf ook liever niet naar Fulham. Ja, ik weet het wel, Joop had ettelijke miljoenen nodig, want hij moest aflossen. In zo’n geval moet alles wijken. Sentimenten tellen niet, meningen en gevoelens van fans tellen dan niet mee. Als hij Luuk de Jong en Nacer Chadli op die 31ste augustus ook nog ergens in Europa had kunnen slijten, zou hij dat ook nog gedaan hebben. Zo zit die wereld in elkaar.
Niet alleen Bryan scoorde zaterdagavond, ook zijn zoon Mathias (15) bleek de weg naar het net van de opponent te kennen. Hij maakte de gelijkmaker van de bijzondere wedstrijd in San José. “FC Twente mag hem bellen”, schijnt hij na afloop gezegd te hebben. Ik zeg tegen Jan Streuer: “Meteen doen. Hij is uit het goede hout gesneden.”
Dat was zaterdagavond. Toen moest de zondagmiddag, -avond nog komen met een WK-finale zoals we zelden gezien hebben. Even vergaten we dat ook achter die finale talloze financiële intenties zitten en dat het gras waarop die heroïsche finale gespeeld werd, nooit in Qatar had mogen liggen. Voetballiefhebbers onthouden nu vooral de fantastische apotheose van het WK.
PS 1. De WK-pool die ik sinds 1998 organiseer is gewonnen door Henri Weikamp uit Winterswijk, voorzitter van hoofdklasser RKZVC. Hij had twee punten meer dan Cees van Zuilen alias Huisdichter Cornelis en drie meer dan Hengeloër/Achilles-man Mart Heidemann. Dan weten jullie dat ook. De heren hebben een boek gewonnen.
BOEK
Inmiddels heeft zich in Costa Rica weer van alles afgespeeld rond het afscheid van Bryan Ruiz. Hij heeft met de selectie van FC Twente meegetraind, zo lees ik op de website van de TCTub. Hij gaat zaterdag één helft bij de FC meedoen en één helft bij Alajuelense, zijn eerste profclub.
Enter mag dan al meer dan zestig jaar een gerenommeerd wielerdorp zijn, voor het twaalf kilometer verderop gelegen Nijverdal geldt hetzelfde. Net als Enter bracht het dorp aan de voet van de Sallandse Heuvelrug kampioenen voort in alle disciplines. Bert Boom kent ze allemaal. Hij was concullega of coach of volgde hen als liefhebber van de sport.
De zeven jaar oudere Bert kwam Jan Boode in het peloton soms tegen als opponent. “Ik mocht hem graag”, zegt Bert, “Aardige vent. Jammer dat hij zo jong gestorven is.” Jan was 67 jaar toen hij in 2012 plotseling overleed. Bert typeert hem als een renner die lol had in het leven en vooral in de sport. Hij reed etappekoersen en klassiekers, zat vaak bij de eerste tien, maar won zelden. “Jan is nog een tijdje in Limburg gaan wonen. Sommigen deden dat omdat ze meenden dat ze daar een betere renner werden. Je zat daar tussen de toprenners, dat was het idee.”
Bert noemt ook Boodes broer Johan als wielrenner. “Maar Jan had een hoger niveau.” Verder had je Bennie ten Hove, vertelt Bert. “Die had een mooie zus, Willemien genaamd. Ze trouwde met Jan. Vaak is de wielrennerij een klein wereldje.”
Na Jan Boode duurde het een paar jaar voor Nijverdal met Henk Poppe (van 1952) en Herman Ponsteen (van ’53) twee klasbakken in huis had die zelfs internationale roem oogstten. Zo won Poppe in 1974 een etappe in de Tour de France en was daarmee de eerste renner in deze regio die dat realiseerde. De Tour was voor het eerst in Engeland. Poppe klopte op de streep in Plymouth ervaren sprinters als Jacques Esclassan, Gerben Karstens en Patrick Sercu. “Henk was een gigantische klasbak. Maar hij was vreselijk nerveus. In rust had hij vaak een hartslag van 80. Ik heb hem ook mogen trainen en geadviseerd met de keuzes van materiaal”, zegt Bert.
“Door de successen van Boode, Poppe, Ponsteen en anderen ontstond er in 1975 in Nijverdal een wielerclub met de naam CC’75. Bert: “De meeste renners uit Nijverdal waren lid van de Zwaluwen, maar met een eigen vereniging konden de talenten zich in eigen woonplaats opwerken tot wielrenner. Ze vonden het belangrijk om Nijverdal op die manier op de kaart te zetten.”