WOUT

21-06-2021
In de voetbalwereld worden soms volstrekt unieke jongensboeken geschreven. De meest bijzondere versie luistert naar de naam Wout, Wout Weghorst. Bondscoach Frank de Boer kent hem ook sinds kort. Een paar weken geleden noemde hij Wout nog Wouter en dan weet je het wel.
Van de andere kant, een jaar of zeven geleden kende haast niemand hem als aanstaande topvoetballer, terwijl hij toch al twintig geweest was. Ik wel. Ik ken hem al een kleine 20 jaar.

De naam Wout Weghorst viel kort na de eeuwwisseling al regelmatig in mijn nabijheid. Een zeer goede kennis van mij, wier naam ik hier van haar niet mag noemen, had het blonde jochie op de basisschool in de Bornse Stroomesch in de klas. Ze vertelde vaak over hem, want ze mocht hem. De juf had een klik met het geinige, blonde, spontane jongetje dat buiten op het schoolplein altijd aan het voetballen was en binnen in de klas graag een spelletje of een weddenschapje met haar als juf aanging. Eén ding wist hij toen al zeker, hij zou later profvoetballer worden. De juf (zelf voormalig topsporter) geloofde hem. Ze vertelde mij dat het fanatieke jongetje bij NEO speelde en dat hij heel goed kon voetballen, want ze had gehoord dat ze hem bij de Bornse zwartwitten als een groot talent zagen. Ik vroeg me af waarom hij dan niet op de voetbalacademie van FC Twente zat. Maar omdat de juf zo overtuigend was over de kleine Wout, onthield ik zijn naam.

Jaren later zag ik hem twee keer spelen bij hoofdklasser Deto en voorspelde dat deze lange, blonde jongeman zijn dromen van een leven als voetbalprof niet zou realiseren. Zijn motoriek was wat houterig. Weliswaar liep hij ijverig op elke bal, maar snel was hij niet echt en de schaarse keren dat Deto aanviel, konden zijn opponenten hem met gemak de baas blijven. Snel terug naar NEO, dacht ik bij mezelf. Niet dus, hij stapte over naar Willem II, ging naar FC Emmen waar hij reserve-spits werd en medio 2014 trok Heracles hem aan.

In september debuteerde hij in de basis tegen Ajax in de Arena en scoorde ook nog. Leuk voor de jongen, hij moest er zelf om huilen.

De juf van de basisschool schoot ook vol bij het zien van dat doelpunt. Ze voorspelde Wout een toekomst bij Feyenoord. Ik haalde mijn schouders op. Waarom niet. Het zou zomaar kunnen. Van Wouts carrière begreep ik toch al niks meer, dank zij Wout zelf, de blonde, iets te trage, maar nijvere jonge spits uit Borne die droomde en geloofde.

Via een omweggetje kan het ook, droomde hij. Hij leefde ervoor, rookte niet, ging ‘s avonds vroeg naar bed, werkte harder dan hard, deed regelmatig een schietgebedje in de Bornse Mariakapel. Kortom, hij deed er alles aan.

NEO Borne, Deto Vriezenveen, Willem II Tilburg, FC Emmen, Heracles Almelo, AZ Alkmaar, VfL Wolfsburg, Oranje.
Waar eindigt dat curieuze, zeer aangename jongensboek?

EEN HENGELO’S PARELTJE

14-06-2021
In mijn boek HOE MOOI IS HENGELO WEL NIET in 2017 was Jan Noltes een van de 61 min of meer bekende Hengeloërs die antwoord gaf op die (vraag)stelling. Hij twijfelde even over de wijk Tuindorp, maar vermoedde dat deze wijk voldoende gekozen ging worden, hetgeen ook zo was. Jan koos voor de Openbare Leeszaal en Bibliotheek aan de Vondelstraat en noemde dat gebouw een pareltje.
Vorige week werd bekend dat verschillende culturele en semi-culturele verenigingen en instanties waaronder de sympathieke theatergroep Kamak aasden op dit gebouw. Twee projectontwikkelaars/aannemers deden ook een poging. En raad eens? Van Wijnen (geen vriend van B&W) werd het en gaat er een zestal woningen bouwen. Ik neem aan dat verschillende raadsleden daar over nog vragen gaan stellen. Was het een goedmakertje? Moest Van Wijnen even gematst worden? Waarom laat B&W Kamak zwemmen? Waarom werden andere plannenmakers gepasseerd? Jammer, heel jammer.
Ik sprak Jan Noltes nog even en ook hij vindt het een slecht plan. “Het is een cultureel monument en het past niet om daar woningen in te creëren”, zei Jan. “Stork zal zich in zijn graf omdraaien als hij het hoort. Dit is nooit de bedoeling geweest van dit gebouw.”
Hieronder de motivering van Jan Noltes’ keuze in bovengenoemd boek uit 2017 plus de foto van Metin Yirtici.
“Gebouwd in 1929 in opdracht van C.F. Stork met als voorbeeld een aantal bibliotheken in Glasgow waaronder Whiteinch Shettleton. Ik doel op de voormalige Openbare Leeszaal en Bibliotheek aan de Vondelstraat. Als kind kwam ik er vaak en was onder de indruk van de statige inrichting, de donkerkleurige houten lambrisering, het licht via de bovenramen en de orde en rust. De buitenzijde symmetrisch, streng, als een moeilijk te nemen vesting. Het aanbod boeken vond ik overweldigend en de keuze was elke keer moeilijk te maken. Twee leesboeken en drie studieboeken was volgens mij het maximale dat je mocht meenemen.
Had je je keuze gemaakt, dan moest je via een nauwe doorgang richting uitgang. Daar werd je onderworpen aan een strenge controle door de bibliothecaresse. Ik kende haar naam niet maar de grijze haren samengebonden in een knotje op haar hoofd en het brilletje op de neus staan tot op de dag van vandaag in mijn geheugen gegrift.
Tijdens mijn middelbare schooltijd raakte ik geïnteresseerd in tekenkunst en in het bijzonder het werk van o.a. Michelangelo en Da Vinci. Op een dag, ik schat dat ik een jaar of 14 was, vond ik een lijvig boek van Leonardo da Vinci. Toen ik bij de dame in kwestie mijn boek wilde laten afstempelen, keek ze me over haar brilletje aan en sprak de woorden ‘nee jongetje, voor dit soort boeken ben je nog te jong. Leg het maar terug.’ Ik heb tot op de dag van vandaag niet begrepen of het mijn leeftijd was waarom ik het boek niet mocht lenen of dat de tekeningen van de meester niet geschikt waren voor jongetjes van veertien.
Het gebouw staat er nog steeds als een fier monument. Ik zou er graag nog een keer binnen willen kijken, maar vrees dat de sfeer van weleer voorgoed verdwenen is.”

DE DAG DAT DE LAATSTE TUKKER HET LICHT UITDEED

05-06-2021
Hoe kon het zo lopen? Dat het boek over de bekerfinale zo’n lange titel kreeg. Dat zit zo. Lang verhaal tamelijk kort.
Na de opening van het Arke-Stadion in 1998 zochten een drietal Oldenzalers (Remco, Wenroy en Gerben) en een Enschedeër die luistert naar de naam William, een mooie zitplaats in de nieuwe voetbaltempel. Ze kwamen toevallig bij elkaar te zitten. En hoe gaat dat dan vaak na twee, drie wedstrijden? Dan haal je een biertje voor elkaar. Een paar wedstrijden verder praat je ook met elkaar over andere dingen dan over mislukte corners en fraaie passeerbewegingen. Voor je het weet trek je met elkaar op, kom je op elkaars verjaardagen, ga je samen uit eten of met elkaar naar uitwedstrijden. “Door FC Twente werden we vrienden”, vertelde William.
Ze vermaakten zich goed en op een dag maakten ze een spandoekje. “BtA-fans” luidde de tekst. Later maakten ze er nog een. BtA staat voor Berthil ter Avest. Een spandoek voor Berthil ter Avest? Hoezo voor Berthil ter Avest? William lachte. “Ach, dat was een cult-dingetje”, zei hij. “Berthil was onze persoonlijke cult-held. Wij vonden dat hij als FC Twente-speler behoorlijk ondergewaardeerd werd. We vonden hem belangrijk voor de ploeg, wilden hem naar een hoger niveau brengen. Dat spandoek was een ludiek dingetje. We hebben later ook nog een website over hem gemaakt.”
Even later was FC Twente succesvol in de beker. Berthil ter Avest was intussen naar Borussia Mönchengladbach vertrokken. Het spandoek “BtA fans” is daarbij van doorslaggevende betekenis geweest, hoewel dat overigens nooit bewezen is.
BtA was in Duitsland, de FC ging op weg naar de finale. Het vrienden-viertal dacht na over een nieuw spandoek. Toen Vitesse bedwongen was, de bekerfinale een feit was, wisten ze het zeker en sloegen op de terugweg aan het brainstormen. Wat moet erop staan? Moet het een klein of groot doek worden?
‘Een van ons bedacht ineens de tekst: WIL DE LAATSTE TUKKER HET LICHT UITDOEN?” Net als in de kroeg als het sluitingsuur al overschreden is. “Op enig moment was het aantal Tukkers dat naar de Kuip wilde, de dertigduizend gepasseerd. Het leek of Twente die dag zou leeglopen. Daarom die ludieke tekst”, verklaarde William de ingeving. Het sloeg natuurlijk ook op PSV, de ploeg van Philips dat lampen produceerde. FC Twente zou ze die middag in de Kuip allemaal uitdoen.
De mannen hingen het immense doek over de A1 op de grens van Twente en de rest van Nederland. Het werd gefotografeerd, het werd gefilmd. De spelers zagen de opnames vlak voor de wedstrijd en werden er stil van. In hun binnenste laaide het vuur op. Die files met bussen vol Tukkers, al die spandoeken, het stimuleerde hen. “Ze waren ontzettend heet allemaal”, zou coach Fred Rutten later zeggen.

Anno 2021, 20 jaar later, schreef ik een boek over die finale. Toen het bijna klaar was, had ik nog steeds geen geschikte titel. Tot Marck Harmes, een vakbekwame adviseur van mij, op het idee kwam de titel van het boek te linken aan dat spandoek van William Ras cum suis.
Prima titel. Niks meer aan doen. Het boek over de legendarische finale kreeg de titel die verwees naar een legendarisch spandoek. Want het ironische spandoek was iconisch geworden.
Benieuwd wat het viertal voor het nieuwe seizoen in petto heeft.