FC TWENTES TOPSCORER IS 75

Vandaag viert Jan Jeuring zijn 75ste verjaardag. Fijn dat het kan, want zijn leven bevond zich de laatst jaren niet altijd in rustig vaarwater. Gelukkig gaat het redelijk met hem en kunnen we deze feestelijke gelegenheid benutten om tussen de stroom WK-wedstrijden door weer eens even stil te staan bij de geweldige voetballer die hij was in de eerste glorietijd van FC Twente, eind jaren zestig en jaren zeventig. Hij beheerste de kunst waar het om draait, doelpunten maken. Jan was een trouwe, honkvaste topscorer, want hij bediende met deze vaardigheid slechts FC Twente en Sportclub Enschede.

Hij leek FC Twentes topscorer aller tijden te worden, maar Blaise NKufo dacht daar anders over. Op 23 augustus 2009 passeerde hij de Enschedeër die 103 doelpunten scoorde in de competitie. Toch is Jan voor eens en altijd de topscorer van de club. Als de doelpunten van alle officiële wedstrijden worden opgeteld, staat hij op 140 treffers, NKufo op 138. Ook in de Europa Cup-wedstrijden is hij met een aantal van 19 goals topscorer. Spitsen kwamen en gingen, maar Jan kregen ze niet van zijn eerste plaats af op deze prestigieuze lijst.
Mensen die hem live hebben zien voetballen, herkennen het beeld van de blonde atleet die heen een weer jakkerde tussen de verdedigers van de tegenpartij. Je kon nooit weten of ze misschien een slippertje zouden maken. Hij joeg ze op, dreef ze in het nauw, zwoegde en sappelde de hele wedstrijd om zijn ploeg te helpen met doelpunten. Ook kon hij goed koppen of van afstand schieten.
Johan Cruijff loofde hem, Feyenoord wilde hem zelfs binnenhalen. Maar mede door een zware liesblessure kwam het er niet van. Hij bleef FC Twente trouw ondanks dat de beleidsmakers zich wel eens afvroegen of hij het door zijn energie vretende stijl van voetballen wel een compleet seizoen zou kunnen volhouden.
Doelpunten maken was en bleef zijn lust en zijn leven. Hij deed het tot in zijn laatste wedstrijd aan toe. Dat was de bekerfinale die Twente won in 1977. Even later mocht hij met zijn ploegmaten de enige hoofdprijs afhalen die hij won als prof. Hij stopte derhalve op een hoogtepunt, hoewel hijzelf later besefte dat hij nog wel langer door had kunnen gaan. Hij ging terug naar Sportclub Enschede en werd daarmee in ’79 en ’82 kampioen. Dat hij ook bij de amateurs het doel van de tegenstander kon vinden, laat zich raden: 69 keer scoorde hij nog voor Sportclub.

Hij begon bij de FC met een jeugdcontract. 1500 gulden kreeg hij. “Daar was ik allang blij mee,” vertelde hij mij een tijd geleden, “want ik zat bij FC Twente en dat was mijn grote wens. De dag dat ik voor het eerst naar Twente ging, is een hoogtepunt geweest in mijn leven. Ik vond het fantastisch, dat ik daarvoor in aanmerking kwam.”

Jan debuteerde op 14 augustus 1966 in de thuiswedstrijd tegen GA Eagles. Ook Theo Pahlplatz, Epi Drost en Zoran Misic speelden die middag hun eerste wedstrijd voor de FC. “Ik speelde van meet af aan in het eerste en ben er nooit meer uit geweest”, aldus Jan. “Trainer Rijvers leerde me de krachten goed te verdelen, maar in de rust moest ik altijd van shirt en broek wisselen, zoveel vocht verloor ik. Op een toernooi in Spanje viel ik eens 4.8 kilo af in één wedstrijd.”

Tot slot de cijfers: Aantal wedstrijden en doelpunten voor FC Twente: competitie 327-103 doelpunten, beker 34-15, Europa Cup 32-19, Intertoto 6-3; totaal 399 wedstrijden, 140 doelpunten.

47 | PEDAALREUS

De eerste Twentse wielrenner die een zogenaamde klassieker won, was Jurrie Dokter. De Enschedeër won in 1960 de Ronde van Drente. Bert Boom volgde in ’62 als winnaar van de sterk bezette West-Brabant-Koers over ruim 160 km. Hij was destijds een van de weinige renners uit de regio, die eropuit trok om zich te meten met toprenners. Overigens doorkruisten de Hengeloërs Toon Oink en Matty van den Heuvel in de jaren vijftig al het land en vielen ook op in de wedstrijden waarin een groot peloton door een bepaalde regio koerste. In de eerste Ronde van Overijssel in 1952 werd Oink zesde en Van de Heuvel negende. In ’55 eindige Van den Heuvel als tweede en op het NK dat jaar werd hij derde. Eerder in deze serie schreven we al over de uitstekende resultaten van deze coureurs.

Leeftijdgenoten van Bert die met de landelijke topamateurs meestreden in die klassiekers waren dus Jurrie Dokter uit Enschede en verder Wim Dieperink uit Barchem en sporadisch ook Corrie Niemeijer (Hengelo) en Gerrit Lentelink (Wiene). Bert was de meest succesvolle met zeges in de West-Brabant-koers waarin hij in 1962 in Oud Gastel solo over de meet kwam en in 1965 in de Drentse Dorpenomloop toen hij andermaal alleen over de streep kwam. “Ik reed graag in de criteriums, maar de klassiekers stonden in hoger aanzien. Ze waren meestal goed bezet. Als je een echte renner wilde zijn, moest je die klassiekers fietsen”, vertelt Bert over zijn motivatie om het land door te rijden voor wedstrijden van over de 150 kilometer. Vaak reed ik er met de auto naar toe, soms ook huurden we hier in Enter een busje en reed ik samen met Wim Dieperink naar de koers.

In Oud Gastel werd Bert na afloop gehuldigd door burgemeester Schram, zo herinnert hij zich. De kranten waren lyrisch over zijn prestatie: ‘Bert Boom, een ware pedaalreus, onweerstaanbaar in prachtige West-Brabant-Koers’, luidde een van de koppen. In een verslag lezen we dat de weersomstandigheden grillig waren met een harde wind als extra handicap in het vlakke platteland. ‘Deze durfal, deze doorbijter heeft in deze tweede West-Brabant-Koers een stukje vechtlust ten toon gespreid, dat in de volgerskaravaan ten zeerste gewaardeerd werd’, aldus een citaat over winnaar Bert. (Hieronder vind je nog een knipsel over deze klassieker met het woord “Nerveus” erboven.)

Bert luistert met een trots glimlachje naar de citaten uit een wedstrijdverslag van ruim zestig jaar geleden en memoreert nog eens dat hij steeds weer met veel ijver de strijd aanging in al die wedstrijden van stad tot stad. Van de keren dat hij kort eindigde, somt hij er nog een aantal op: vierde in de Acht van Bolsward, derde in de Ronde van Overijssel, derde in Rondom Duisburg, tweede in Enschede-Münster, derde in de Ronde van de Haarlemmermeer, een keer tweede en een keer derde in de Ronde van Drenthe, vierde in de Ronde van Gelderland en (ook niet slecht) vierde op het NK in Zandvoort in 1961. Gerard Wesseling, zijn toenmalige clubgenoot van De Bataaf Halfweg, greep daar de titel.

Tot slot nog een buitengewoon tragisch voorval uit mei 1958. “Een gebeurtenis die ik nooit vergeet”, zegt Bert. “We reden de Ronde van Friesland met start en finish in Leeuwarden. Van ‘t Hout won de koers, Wim Dieperink werd tweede en ik vierde. Lang niet slecht, maar pal na de finish hoorde ik achter mij een enorme knal. Een renner botste bij de wegversmalling hard op een boom en overleed een paar uur later in het ziekenhuis. Het bleek Adri Alting te zijn uit Loenerhout. Hij mocht maar 22 jaar worden.”

NOPPERT

De kop is eraf. Heb al een paar WK-wedstrijdjes bekeken. Over het gedoe eromheen valt ook veel te zeggen, maar laten we nu vooral even letten op de landenteams en hun niveau.
Oranje was zeer matig. Louis heeft het nog niet op de rij. Wonderlijk was de beslissing om de onervaren Andries Noppert op doel te zetten. Het pakte goed uit, zoals LvG altijd de juiste besluiten neemt. Andries mag, nee hij moet blijven. Als hij maar geen heimwee krijgt…

Ik moest aan mijn voormalige dienstmakker Klaas Noppert denken. Ook zo’n lange, stoicijnse Fries. Althans zo leek het.

Andries komt uit Joure, Klaas kwam uit Stiens. Hij leerde me hoe je de naam Stiens dient uit te spreken. Stiejuns, zoiets. We kwamen op in Ossendrecht. Ik kreeg in het stapelbed aan het raam de bovenste, Klaas de onderste matras toegewezen. In de eerste week werd ik steeds wakker om vier uur in de nacht, omdat Klaas dan uit bed ging en voor het raam ging staan. Dat had ik pas na drie dagen door. Nog voor de dag begon te krieken, stond Klaas voor het raam in de verte te staren. Na een paar nachten kroop ik naar het voeteneind en trok hem zachtjes aan de mouw.
“Kun je niet meer slapen, Klaas.”
“Nee, ik sta hier en laat me met rust”, reageerde hij bits.
De andere dag sprak ik hem erover aan. “Ik sta thuis altijd om half 4 op, want dan gaan mijn ouders en ik de koeien melken.”
Hij zei het kortaf. Vraag niet teveel, bedoelde hij.
Maar ik vroeg erop door. Starend in de oneindige ochtendschemering zag hij zijn ouders in het verre Stiens van koe naar koe gaan en zag hij ze de andere werkzaamheden doen. Hij keek me nog even aan en begon ineens te huilen. “Ik heb zo’n ontzettende heimwee”, zei hij toen half in het Fries en half in het Nederlands. “Dat wil je niet weten. Ik wil naar huis.”
De dagen erna stond hij weer elke ochtend om 4 uur voor het raam. Een week later echter werd Klaas Noppert naar huis gestuurd en ik heb hem nooit meer teruggezien.

Het is te hopen dat Andries, zijn achterneef zal ik maar zeggen, nog een tijdje in Qatar vertoeft. Zonder heimwee graag.

Na de 2-0 volgen Ecuador en Qatar. Andries houdt zijn doel schoon. Zes punten erbij voor Oranje. Ja, ik zag Argentinië verliezen van underdog Saoedi-Arabië. Niettemin zal NL volgende week om deze tijd zes punten erbij gaan tellen en winnaar van de groep worden. Ecuador is te doen en zelfs mijn club WVV, uitkomend in de derde klasse A, zou het elftal van Qatar nog goed partij kunnen geven. Dus zal de LvG-clan daar zeker korte metten mee maken, want dan is het gezelschap inclusief Memphis intussen ingespeeld geraakt en kan Oranje doorgaan op de weg naar de finale.
(foto’s KNVB)

46 | WONDERMIDDEL

Wedstrijdverhalen te over. Oud-wereldkampioen Bert Boom heeft heel wat afgefietst. In binnen- en buitenland. En hij was en bleef amateur. Soms kreeg hij startgeld, soms won hij een leuk geldbedrag en in de jaren zestig wonnen renners ook allerlei premies in natura zoals drie paar sokken, een trainingspak of een koelkast. Dat was allemaal heel leuk, maar de kachel in huize Boom kon er niet van branden.
Bert moest zien dat hij ergens een job kon bemachtigen. “Dat ging me vrij gemakkelijk af”, vertelt hij. “Ik ben bijna nooit werkloos geweest.”

Na de LTS in Hengelo begon hij als automonteur bij Garage Huiskes in Delden, importeur van NSU’s en dealer van Volkswagen. “Maar ik was gek van tweewielers en kreeg een baan als rijwielhersteller bij Berenpas in de Goorse Wijnkamp.” Dat deed Bert een paar jaar om daarna over te stappen naar de Markelose Dorpsstraat waar Berts vader de fietsenzaak van zijn opa overgenomen had. Hij repareerde fietsen en bromfietsen.

Maar korte tijd later werkte hij ruim vier jaar bij Gazelle in Dieren om mee te helpen aan een speciale afdeling waar racefietsen werden gemaakt. Bert: “Gazelle fabriceerde goede, degelijke rijwielen en wilde onder leiding van directeur Willem Breukink, de vader van Eric, racefietsen gaan ontwikkelen. Ik heb Breukink senior goed gekend”, zegt Bert, “had er veel contact mee. Het was een aardige man, die zeer wielerminded was. Hij was ook een tijdje voorzitter van Olympia’s Tour.”

Bert werkte als twintiger ook voor Goossen in Almelo. “Ik begon er op maandag. De eigenaar gaf me de sleutel en zei ‘Red je er maar mee, ik moet naar het ziekenhuis in Utrecht voor een hartoperatie’. Hij kwam een paar weken niet op de zaak. Zijn vrouw regelde veel en ik redde me inderdaad wel in de werkplaats met alles wat daar voorbij komt.”

In 1969 ten tijde van de wereldtitelstrijd werkte Bert voor de firma Ossenkoppele in Almelo, een zaak in radio’s, tv’s, fietsen en brommers. Maar de zaak werd verkocht en Bert was in 1970 werkloos. Hij begon voor zichzelf in Enter. De opening was feestelijk. Zie de foto. Petra de Bruin, wereldkampioen bij de vrouwen was erbij, de door Bert gecoachte veldrijder en plaatsgenoot Hennie Stamsnijder. Jan Janssen was er en Berts gangmaker Bruno Walrave. En nog tientallen belangstellenden.
Maar ook in zijn eigen zaak zou Bert zijn pensioen niet halen. Hij werd benaderd door Shimano, een wereldmerk in fietsonderdelen, gevestigd in Nunspeet. “Ik gaf destijds wel eens lezingen aan fietsers. Dat hadden ze gehoord. Ze trokken mij aan om overal in het land technische uitleg te geven over materialen en over nieuwe types. Ik gaf dan uitgebreide informatie daarover met tussendoor de nodige kwinkslagen. Het was erg leuk om te doen.”

Bert bezocht ook wedstrijden om de renners of rensters te ondersteunen. Zo was ik ergens in het buitenland bij een wereldbekerwedstrijd mountainbike en kreeg klachten over de racebrillen. Ze besloegen te snel. Ik gaf ze een flacon en zei dat het een tovermiddel was. Ze moesten een paar druppels op de glazen doen en het was klaar, zei ik. Het ging vervolgens prima met de bril en toen wilden ze allemaal een paar druppels van het wondermiddel van mister Boom. Ze wisten niet dat ik een afwasmiddel had over gegoten in de flacon.”

Bert had tot 2003 een geweldige tijd bij Shimano. Een aantal keren bezocht hij Japan waar zich de hoofdvestiging bevindt en Maleisië, waar Shimano ook zit. Hij werd er altijd buitengewoon eervol ontvangen. “De baas van Shimano in Japan zei tegen zijn mensen dat ze goed moeten luisteren naar mij, want ze konden veel van mij leren. Dat streelde mijn ego enorm. Een Japanner zegt tegen zijn Japanse werknemers dat ze veel van een Nederlandse fietsenmaker kunnen leren. Mooi toch?”
Zoon Bart nam in 2003 Berts werk over.

KING LOUIS

We hingen gistermiddag aan de lippen van de Nederlandse Koning Voetbal. Veel landgenoten stemden af op de persconferentie van Louis van Gaal. Het is altijd weer een animatie van de eerste orde. En het waren niet alleen de voetballiefhebbers, die hem live wilden zien oreren, maar ook veel andere Nederlanders die graag van de grootmeester zelf wilden vernemen, wie hij had uitverkoren voor de reis naar en door Qatar of die het sowieso een feestje vinden om hem te zien en horen.

Voor een narcist als Van Gaal was 11-11-’22 een hoogtijdag. Bijna geen enkele Nederlander kan het woord IK zo mooi uitspreken. En bijna niemand die een persconferentie geeft, neemt het woord IK zo vaak in de mond als Louis. Karakteriseer hem daarom niet botweg als narcist, zeg ik tegen mezelf, maar als sympathieke narcist.

Jasper Cillessen was de pineut. Conclusie: hij past niet in het zogenaamde groepsproces. Mark Flekken viel ook af. Bijzonder, want de Limburger keept al weken uitstekend. Kijkers van de Europese wedstrijden van Freiburg cq de Duitse Sportschau kunnen dat beamen. Zij wisten ook dat Jeremie Frimpong van Bayer Leverkusen een uitstekende aanvallende verdediger is en inderdaad heeft Louis dat ook meegekregen, want dit grote talent mag wel mee.

Gelukkig valt er genoeg te bespreken over de selectie. Dat is zo fijn als je je bevindt aan de bar, de stamtafel, op verjaardagen, op de app of waar ook ter wereld. Ja, er zijn twee Tukkers bij, Remko Pasveer en Wout Weghorst. Proficiat mannen. Helaas was mijn clubgenoot Mike te Wierik al eerder uit beeld geraakt. Verder is het opvallend dat afgezien van de zeven geselecteerde Ajacieden die net als Cillessen bijna zonder uitzondering uit vorm zijn, er van Feyenoord maar één speler bij zit, van PSV drie en van de runners-up FC Twente en AZ niemand.

King Louis had nog een opvallende uitspraak. Oranje gaat voor de wereldtitel. Dat moet hij ook zeggen, maar ik neem toch aan dat hij weet dat van de acht Brazilianen die in de Champions League-finale tussen Liverpool en Real Madrid van de partij waren, er zeven geselecteerd zijn. Doe daar Neymar nog bij en wellicht Antony (ex-Ajax) of Marquinhos (PSG), Raphinha (Barça) Gabriel Jesus (Arsenal) of Alex Sandro van Juventus en je hebt de wereldkampioen al in kaart gebracht.
Geen enkel land kan tippen aan Brasil. Let op mijn woorden. Maar als Louis het flikt met zijn jongens, ben ik de eerste om hem van alle kanten te bewieroken.
(foto KNVB)

45 | PETJE AF VOOR DE WIELERVERENIGINGEN

Bijna iedere wielrenner is lid van een vereniging. Daar tref je trainers en coaches en kun je met clubgenoten trainen en naar wedstrijden gaan. Bert begon in de jaren vijftig bij De Tubanters in Hengelo. “Omdat het de enige club in de regio was, die niveau had”, herinnert hij zich. Er waren meer renners van buiten Hengelo lid van deze vereniging.

Beginjaren zestig stapte hij over naar Wilhelmina in Eindhoven. Wel bijzonder, want hij woonde gewoon in Enter. “Ik had daar meer kansen om klassiekers te rijden”, verklaart hij de ‘transfer’. “Je vereniging schreef je dan in.” De overschrijving was bijvoorbeeld ook van belang voor deelname aan Olympia’s Tour. Aan deze belangrijke etappekoers voor amateurs had nog nooit een Tukker meegedaan. Bert was in 1959 de eerste toen hij in de ploeg van Wilhemina werd opgesteld. In 1960 was hij niet van de partij, in ’61 werden hij en Enschedeër Jurrie Dokter opgesteld bij Wilhelmina. Bert eindigde een paar keer kort, want hij was in vorm. Een week eerder was hij ook al vierde geworden op het NK.

In 1962 schreef Bert zich in bij De Bataaf in Halfweg, een sterke vereniging in Noord-Holland met renners die veel grote koersen wonnen zoals de ervaren Mik Snijder, die in ’54 de Ronde van Overijssel had gewonnen en ’61 Olympia’s Ronde. “We noemden hem opa Dribbel”, vertelt Bert. “Omdat hij ouder was dan wij.”

Gerard Wesseling, ook oud-winnaar van Olympia’s Ronde, Dick Enthoven de oud-kampioen van Nederland en Enschedeër Jurrie Dokter waren eveneens lid van De Bataaf. “Je had bij zo’n sterke club meer mogelijkheden en kansen en je kwam daardoor meer in de belangstelling te staan van de bond en sterke ploegen. Omdat De Bataaf in Halfweg gevestigd was, vind je in de uitslagenlijsten van die tijd achter de namen van Boom en Dokter regelmatig die plaatsnaam. Maar Bert bleef gewoon in Enter wonen. Jurrie Dokter had er wel een logeeradres. Met Dextro Energie als sponsor stonden beide Tukkers ook weer op de deelnemerslijst van Olympia’s Tour. Overigens, in ’63 en ’64 was geen streekgenoot present in de etappekoers, Jan Boode uit Nijverdal was in ’65 de volgende, Wim Neeskens (Borne) volgde in ’66 en in ’67 reed Henk Nieuwkamp (Borne) een sterke ronde. Ook Haaksbergenaar Gerrit Leferink was erbij dat jaar. Beide mannen reden Olympia’s Tour ook in ’68, Nieuwkamp voor de sterke Amstel-ploeg, Leferink namens de militaire ploeg. Beiden eindigden bij de eerste twintig. Nieuwkamp was dat jaar de eerste Twentse etappewinnaar.

Terug naar Bert en zijn lidmaatschap van De Bataaf in Halfweg. Wat daarvan ook een voordeel was, dat was de connectie met de bekende sportarts J.H.M. Rolink die clubarts was van Ajax. De uit Oldenzaal afkomstige Rolink woonde in Velsen-Noord en was niet louter verbonden aan Ajax. Hij had ook interesse in andere takken van sport. Zwemmers, schaatsers, wielrenners, kanoërs, judoka’s: ze konden allemaal bij John Rolink terecht. Hij was jarenlang de bekendste sportarts van Nederland, door Ajax en onder meer dankzij het feit dat hij vijftien maal actief was in Olympia’s Ronde van Nederland. In november 1987 is hij overleden.

Bert: “Ik was een keer bij hem in zijn praktijk in Velsen-Noord. Toen we klaar waren, gaf hij me tien losse guldens en zei: ‘Koop onderweg een lekkere biefstuk.’ Dat was dokter Rolink, een heel aardige man.”
Eind jaren zestig werd Bert lid van AWV De Zwaluwen in Almelo en dat is hij nog steeds. Inmiddels is hij erelid. “Toen ik me daar aanmeldde, was het een club in opkomst”, weet Bert. “ A. Dollekamp, een neef van mijn moeder, was voorzitter. Hij was ook een van de organisatoren van de Ronde van Overijssel. Later had je Barend Meulenbeld, ook zo’n actieve vrijwilliger. Hij is liefst twintig jaar voorzitter geweest. Dat is altijd de kracht van De Zwaluwen geweest, het grote aantal vrijwilligers die bergen werk verzetten.

“Toen Barend gestorven was, heb ik bij de crematie nog een toespraakje gehouden voor zijn dochters. Toen heb ik gememoreerd wat hij allemaal voor de Zwaluwen heeft gedaan. Dat soort mensen wordt vaak ondergewaardeerd.”

Zijn waardering voor de vrijwilligers van de Almelose wielervereniging uitte Bert op een van de ledenvergaderingen ook voor zijn plaatsgenote Heidi Pluimers, de dochter van oud-renner Gerrit. “Ook zij was zo’n formidabele kracht voor de club. Ik heb haar als dank het shirt gegeven waarin ik wereldkampioen ben geworden. Via haar bracht ik eigenlijk een hommage aan al die helpers. Ik neem heel diep mijn pet af voor hen.”

44 | BOOM & DE NIEMEIJERS

In de jaren vijftig, zestig timmerde de ene na de andere coureur van de Tubanters aan de weg. De wielervereniging uit Hengelo had de beschikking over een trainingsparcours op ’t Stroot in Twekkelo en was betrokken bij de organisatie van koersen in de regio. Bert Boom was er ook lid van en menigmaal was een clubgenoot zijn belangrijkste opponent in de koers. We schreven hier al eerder over.
Wie nog uitgebreid aan bod moeten komen, zijn de vier gebroeders Niemeijer, waarvan Corrie en Freddy de bekendste waren. Bert herinnert zich deze renners nog goed. “Ze woonden in Hengelo aan de Joseph Haydnlaan. Gerard was de oudste, hij heeft ook nog even gefietst, maar was vooral bij de koers als supporter. Het was een fanatieke motorrijder. Hij was een beetje afstandelijk, was niet zo aanwezig”, zegt Bert.

Henk was de tweede broer. Hij had behoorlijk rappe benen, weet Bert nog. “Dat zat in de genen bij de Niemeijers. Henk was meestal blij dat hij bij de finish was. Dan zat hij helemaal kapot. Ik denk dat hij te weinig trainde of te weinig gelegenheid had om te trainen. Het was ook een renner die goed kon fietsen met de mond, als je begrijpt wat ik bedoel.”

Dan komen we bij de twee broers die behoorlijk hard konden fietsen. Cor (van 18 april 1934), die je in uitslagen en verlagen ook als Kor of Corrie tegenkomt, was vier jaar ouder dan Bert. Hij was klein van stuk, maar kon de pedalen zeer goed rond krijgen. “Corrie was een echte Tubanter”, herinnert Bert zich. “Hij was vaak op ’t Stroot aan het trainen en reed veel wedstrijden in de regio. Samen met iemand anders begon hij de Dabo Bandenhandel. Als renner stond Corrie bekend om zijn sterke sprint en ook had hij goed koersinzicht. Ik vond het altijd een echte liefhebber van de sport. Ik denk dat hij zijn broers ook aangestoken heeft om te gaan fietsen. Het was een fijne kearl.”

Natuurlijk schiet hem een anekdote te binnen. “Ik zat een keer in de trein op weg naar een koers in het noorden. Tegenover mij zaten twee leuke dames.
Ik zei: ‘Zo dames, op weg naar Groningen?’
‘Ja’, zeiden ze, ‘maar hoe weet je dat?’
‘Dat kan ik zo zien’, antwoordde ik. Flauwe kul natuurlijk.
Een tijdje later reed ik de ronde van Groningen in het stadspark. Mooie koers. Ik won, Corrie werd tweede, Henk Hoekstra derde. Bij de huldiging kwam ik de twee dames van de trein weer tegen. Ze fungeerden als rondemiss. Hoe toevallig kon het zijn?”

Bert benadrukt nog eens, zoals we al eerder hebben gemeld in deze serie, dat Corrie compassie voelde voor de renner Basje Nijhoff, die alleen woonde in een zomerhuisje. Hij en Freddy namen hem in huis.
Corrie Niemeijer is in 2016 overleden.

Ook Freddy (van 17 februari 1944), de jongste broer, leeft niet meer. Hij had als renner dezelfde kenmerken als zijn broer Cor. Goede sprinter, koersinzicht. Hij reed ook veel in de regio, ook veel in het noorden des lands, maar ook was hij vaak in Duitsland. Hij liet zich eveneens zien in klassiekers, zeker toen hij voor de alom bekende Ketting-ploeg reed. “In dat soort wedstrijden was Freddy niet de man die initiatief nam”, weet Bert die ook eens met Freddy de zesdaagse van Groningen reed. “Ze hadden daar een houten wielerbaan neergelegd. Ik reed er een sprintwedstrijd met Hagenaar Ten Thije en Freddy. Ineens kreeg ik een zwieper en vloog met fiets en al over de balustrade. De toeschouwers waren muisstil tot ik ineens een arm omhoog stak en tevoorschijn kwam. Toen kreeg ik applaus. Geinig moment was dat.”

Als wegrenner reed Freddy twee keer de Vredeskoers, een pittige etappekoers van Warschau via Berlijn naar Praag. Dat was in 1967 en ’68. In ’67 werd hij tweede in de vijfde etappe.
De jongste Niemeijer won veel wedstrijden. Voor eigen publiek won hij de Ronde rond de Vijver van Hengelo in 1973.
Freddy zou net als Bert ook stayer worden. “Fietsen op de baan achter die grote motoren lag hem goed”, zegt Bert. “We reden af en toe een wedstrijd op de baan in Apeldoorn. Daar werden we aangemoedigd om ook in het Olympisch Stadion te gaan rijden. Freddy reed met Gerrie Pelser, een gangmaker die ook een nachtclub had. Die deed ’s nachts altijd doppen in en een blinddoek voor om goed te kunnen slapen. Freddy was ook op de baan een slimme renner. Hij deed geen trap te veel. In Varese reed hij het WK toen ik brons won. Hij werd zesde.” Freddy is nog lang doorgegaan als renner. Hij reed ook nog bij de liefhebbers en veteranen zijn wedstrijden mee en kwam ook in de categorieën vaak met een prijs thuis. Bert: “Freddy was een aardige vent. We konden goed met elkaar opschieten.”

Hieronder voor de echte wielerliefhebbers nog een aantal willekeurige uitslagen waarin drie gebroeders Niemeijer voorkomen en soms ook Bert Boom zelf.

De teamfoto is een groep renners van De Tubanters met vlnr Henk Scheuten, diens vader Jan Scheuten, de voorzitter van de Tubanters, daarnaast Theo de Kinkelder, Jan Scheuten, Theo de Kinkelder sr, Cor Niemeijer, Gerrit Middelkamp en Gerrit Lentelink.

KAMPIOENSCHAP VAN OVERIJSSEL (28 mei 1955)
Amateurs: 1. Klaas Visser, 2. Cor Niemeijer, 3. Mat van de Heuvel
Nieuwelingen: 1. J.Elst, 2. B. Platel, 3. H. Wagteveld
COEVORDEN (27 juli 1955)
Amateurs: 1. Piet Smits, 2. Leo van de Brand, 3. Henk Niemeijer
COEVORDEN (30 mei 1957)
Amateurs:1. H. Nijdam (Eelderwolde), 98 km in 2 uur 29 min. 6 sec.; 2. J. Oude Lenferink (Hengelo), 3. B. Boom (Markelo), 4. S. Appel (Hoorn), 5. J. Punter (Hoogkerk), 6. E. Hup (Kampen), 7. C. Niemeijer (Hengelo), 8. F. Bos (Nieuw Buinen), 9. H. de Boer (Bussum), 10. J. Mensink (Almelo), 11. J. Bekkema (Hindelopen), 12. G. Middelkamp (Almelo), 13. W. Schaap (Bussum), 14. H. Lahpor (Veendam), 15. H. Pot (Wijster).
Nieuwelingen: 1. J. Wester (Eernewoude), 49 km in 1 uur 14 min. 8,3 sec.; 2. D. Bossink (Den Ham), 3. B. J. Lohuis (Delden).
EPE (15 juni 1958)
Amateurs: 1. Corrie Niemeijer (Hengelo); 2. B. Kloosterziel, Wezep; 3. K1. Dekker, Dalfsen; 4. P. Wessels, Nijmegen; 5. H. ten Klooster, Hasselt; 6. H. Rouweler, Goor; 7. P. Soetekouw, Nijmegen; 8. D. Half­werk, Hattem; 9. G. Eising, Borne; 10. H. Visser, Huizen; 11. R. Lemstra, Zwolle en 12. H. Kloosterziel, Wezep.
KAMPEN (7 juni 1958)
Amateurs: 1. C. Niemeijer (Hengelo), over de 80 km bedroeg 2 uur 10 min. en 22 sec. 2. Ben Lohuis (Delden), 3. Rolf Steinbach (Kampen); 4. Bert Boom (Markelo); 5. E. Hup (Kampen); 13. G. Eising (Borne), 14. J. Scheuten (Hengelo), 17 G. Lentelink (Wiene)
DE WIJK (30 maart 1959)
Adspiranten: 1. Jan Timmermans (Nw.-Buinen), 25 km in 35 nun. 11 sec.; 2. Jan Steenbergen (De Wijk), 3. Harm Ottenbros (Alkmaar).
Nieuwelingen: 1. Henny Schouten (Badhoevedorp), 40 km in 1 uur 10 min. 37 sec.; 2. J. Ruitenberg (Zwolle), 3, A. Mulder (Haarlemmermeer), 4. P. Bas (Hoogkerk), 5. F. van Lachterop (Amsterdam), 6. J. Leusink (Hengelo), 7. M. Sachs (Amsterdam), 8. R. Hendriks (De Wijk).
Amateurs: 1. Corry Niemeijer (Hengelo), 80 km in 2 uur 8 min. 3 sec.; 2. Henk Hoekstra (Ureterp), 3. Bertus Kloosterziel (Wezep), 4. Mik Snijder (Halfweg), 5. Rob Redeker (Amsterdam), 6. Klaas Visser (Enschede), 7. Rob Bruinenberg (Enschede), 8. Evert Hup (Kampen), 9. Jan Ottenbros (Alkmaar), 10. Bas Lemmens (België).
Vierde ronde van DELDEN (11 juli 1959)
Amateurs en Nieuwelingen: 1. Bert Boom, Markelo: 2. K. Niemeijer, Hengelo; 3. B. Kloosterziel, Wezep; 4. E. Hup, Kampen; 5. H. Rouweler, Goor; 6. P. Wijnands, Amersfoort (de enige nieuweling die nog in de strijd was); 7. K. Visser, Enschede; 8. Grim, Wiechen, 9. H. Scheuten, Hengelo; 10. C. v. Espen, Arnhem; 11. C. v. Harselaar, Enschede; 12. M. v. d. Heuvel, Hengelo; 13. Rutgers, Naarden; 14. Meijer, Arnhem; 15. Voorn, Kortenhoef.
EPE (25 juli 1959)
Amateurs: 1. Cor Niemeijer, Hengelo; 2. G. van Lith, Gellicum; 3. B. Kloosterziel, Wezep; 4. Burg­stede, Amersfoort; 5. Lute, ‘s-Gravenland; 6. Rood, Emmeloord; 7. Damo, Kortenhoef; 8. Plieger, Lexmond; 9. Borst, Hattem; 10. Meijer, Arnhem;
DELDEN (1960.06.18)
70 km. 1 Boom (Enter) 1.43.10 ; 2. Paul Nieuwkamp, Borne; 3. J. Pluimers, Enter; 4. C. Niemeijer, Hengelo; 5. Joh. Oude Lenferink, Hengelo; 6. Kl. Visser, Enschede; 7. H. Scheuten, Hengelo; 8. Akkerman, Scharsterbrug; 9. Harbers; Rijssen; 10. D. Bossink, Den Ham; 11. G. Zwienenberg, Enter; 12. Wissink, Doetinchem; 13. Eikelboom, Zutphen; 14. Maats, Holten; 15. Olde Heuvel, Hengelo.
NUNSPEET (1962.08.03)
Amateurs en Nieuwelingen: 1. J. Hup, 2. P. Kooiman, 3. E. Dickhof, 4. v. Heel, 5. F. Niemeijer, 6. H. Hinseveld, 7. L. Hermans, 8. K. Niemeijer, 9. H. Nieuwkamp, 10. J. Pluimers.
KLOOSTERBUREN (1963.06.28)
Amateurs: 1. Cor Niemeijer; 2. Jan Brink; 3. Jan Timmer;
HAAKSBERGEN (1963.09.01)
Amateurs: 1. F. Niemeyer, 75 km in 1.57.10; 2. E. van Dijk, Al­melo; 3. C. Niemeyer, Hengelo; 4 H. Nieuwkamp, Borne; 5. K. Olstman, Kloosterhaar; 6. H. Emmens, Annen; 7. P. Schreur, Wolvega; 8. J. Bols, Hoogeveen; 9. H. ten Berge, Enter; 10. G. de Weerd, Soestdijk.
NIEUW WEERDINGE (1965.08.14)
Amateurs: 1. J. Wilkens, 100 km in 2.23.22; 2. A. Koster; 3. D. Bronger; 4. D. Vos; 5. R. Hendriks; 6. H. Benjamins; 7. H. Hoekstra; 8. F. Niemeijer; 9. C. Niemeijer; 10. F. Schöneman.
OLDEBROEK (1965.06.05)
Amateurs en nieuwelingen: 1. F. Niemeijer, Hengelo, 65 km in 1.31.12; 2. W. Schukking, Zutphen; 3. E. Broekstra, Warffum; 4. F. Hofman, Wijchen; 5. H. van de Brink, Oldebroek; 6. P. Oosterhof, Eelde; 7. H. Nieuwkamp, Borne; 8. J. van Dam, Zwolle; 9. D. Wen, Kampen; 10. T. Francke, Assen.
DRACHTEN (30/09/1967)
Amateurs: 1. Fred Niemeijer, Hengelo; 2. Pier Dijkstra, Schoonoord; 3. Henk Nieuwkamp, Borne; 4. Jan Aldershof, Haarlem; 5. Piet Legierse, Den Bommel; 6. Wim Holstege, Nunspeet; 7. Popke Oosterhof, Eelde; 8. Sander Douma, Grouw; 9. Jan Aling, Bunne; 10. Henk Benjamins, Hollandscheveld.
KAMPIOENSCHAP VAN OVERIJSSEL (10 juni 1972)
Amateurs. 1. en kampioen F. Niemeijer 132 km in 3.06.11, 2. J. Lenferink, 3. J. Nijhof, 4. E. Dickhof, 5. E. Koersen, 6. W. Albersen, 7. H. Boom, 8. T. Bruns.
Nieuwelingen. 1. en kampioen W. Geerdink 72 km in 1.58.46, 2. E. Winters, 3. J. Huis in ’t Veld, 4. J. Sijpker, 5. N. Hilberink, 6. T. de Lange.
Adspiranten. 1. en kampioen G. Vixeboxe 36 km in 59.53, 2. J. Brummelaar, 3. H. v. d. Velden.

Wegdammers III

In het boek Wegdammers III dat op 16 november gepresenteerd werd op een contactavond van Senioren Hengevelde, zijn de verhalen, interviews en reportages gebundeld die ik als medewerker van de website Wegdam Nieuws in de afgelopen zes jaren heeft gemaakt.  De verhalen gaan vooral over de historie van het dorp tussen 1945 en nu. Ik koos onder meer voor onderwerpen uit organisaties, instellingen en verenigingen die in de loop der jaren verdwenen zijn of binnenkort ophouden te bestaan. Dan raken ze niet in de vergetelheid zoals met zoveel fenomenen van vroeger is gebeurd. Hoe zat dat ook weer? Wie woonde daar in de vorige eeuw? Wat deden de jongelui van 60, 70 jaar geleden?
In 2012 verscheen al een bundel onder de noemer Wegdammers I en in 2016 volgde de bundel Wegdammers II.

Wegdammers III omvat 384 pagina’s. Het boek bestaat uit vijf delen.

= Elf grote Wegdamse gezinnen van tien kinderen of meer met oa de familie Jannink met zestien kinderen.
= Een terugblik op 50 jaar Zomerfeesten. Dit jubileum werd gevierd in 2017.
= Een terugblik op de periode tussen 1969 en 2001 toen de Gemeente Ambt-Delden een eigen burgemeester had.
= Verdwenen cafés. In en rond Hengevelde zijn in de loop der jaren vijf cafés verdwenen. Voordat ze vergeten zijn, door de schrijver nog eens in hun geschiedenis.
= Een aantal losse verhalen, reportages, columns met onderwerpen die eveneens teruggaan of juist om bepaalde redenen actueel zijn.