47 | PEDAALREUS

De eerste Twentse wielrenner die een zogenaamde klassieker won, was Jurrie Dokter. De Enschedeër won in 1960 de Ronde van Drente. Bert Boom volgde in ’62 als winnaar van de sterk bezette West-Brabant-Koers over ruim 160 km. Hij was destijds een van de weinige renners uit de regio, die eropuit trok om zich te meten met toprenners. Overigens doorkruisten de Hengeloërs Toon Oink en Matty van den Heuvel in de jaren vijftig al het land en vielen ook op in de wedstrijden waarin een groot peloton door een bepaalde regio koerste. In de eerste Ronde van Overijssel in 1952 werd Oink zesde en Van de Heuvel negende. In ’55 eindige Van den Heuvel als tweede en op het NK dat jaar werd hij derde. Eerder in deze serie schreven we al over de uitstekende resultaten van deze coureurs.

Leeftijdgenoten van Bert die met de landelijke topamateurs meestreden in die klassiekers waren dus Jurrie Dokter uit Enschede en verder Wim Dieperink uit Barchem en sporadisch ook Corrie Niemeijer (Hengelo) en Gerrit Lentelink (Wiene). Bert was de meest succesvolle met zeges in de West-Brabant-koers waarin hij in 1962 in Oud Gastel solo over de meet kwam en in 1965 in de Drentse Dorpenomloop toen hij andermaal alleen over de streep kwam. “Ik reed graag in de criteriums, maar de klassiekers stonden in hoger aanzien. Ze waren meestal goed bezet. Als je een echte renner wilde zijn, moest je die klassiekers fietsen”, vertelt Bert over zijn motivatie om het land door te rijden voor wedstrijden van over de 150 kilometer. Vaak reed ik er met de auto naar toe, soms ook huurden we hier in Enter een busje en reed ik samen met Wim Dieperink naar de koers.

In Oud Gastel werd Bert na afloop gehuldigd door burgemeester Schram, zo herinnert hij zich. De kranten waren lyrisch over zijn prestatie: ‘Bert Boom, een ware pedaalreus, onweerstaanbaar in prachtige West-Brabant-Koers’, luidde een van de koppen. In een verslag lezen we dat de weersomstandigheden grillig waren met een harde wind als extra handicap in het vlakke platteland. ‘Deze durfal, deze doorbijter heeft in deze tweede West-Brabant-Koers een stukje vechtlust ten toon gespreid, dat in de volgerskaravaan ten zeerste gewaardeerd werd’, aldus een citaat over winnaar Bert. (Hieronder vind je nog een knipsel over deze klassieker met het woord “Nerveus” erboven.)

Bert luistert met een trots glimlachje naar de citaten uit een wedstrijdverslag van ruim zestig jaar geleden en memoreert nog eens dat hij steeds weer met veel ijver de strijd aanging in al die wedstrijden van stad tot stad. Van de keren dat hij kort eindigde, somt hij er nog een aantal op: vierde in de Acht van Bolsward, derde in de Ronde van Overijssel, derde in Rondom Duisburg, tweede in Enschede-Münster, derde in de Ronde van de Haarlemmermeer, een keer tweede en een keer derde in de Ronde van Drenthe, vierde in de Ronde van Gelderland en (ook niet slecht) vierde op het NK in Zandvoort in 1961. Gerard Wesseling, zijn toenmalige clubgenoot van De Bataaf Halfweg, greep daar de titel.

Tot slot nog een buitengewoon tragisch voorval uit mei 1958. “Een gebeurtenis die ik nooit vergeet”, zegt Bert. “We reden de Ronde van Friesland met start en finish in Leeuwarden. Van ‘t Hout won de koers, Wim Dieperink werd tweede en ik vierde. Lang niet slecht, maar pal na de finish hoorde ik achter mij een enorme knal. Een renner botste bij de wegversmalling hard op een boom en overleed een paar uur later in het ziekenhuis. Het bleek Adri Alting te zijn uit Loenerhout. Hij mocht maar 22 jaar worden.”