45 | PETJE AF VOOR DE WIELERVERENIGINGEN

Bijna iedere wielrenner is lid van een vereniging. Daar tref je trainers en coaches en kun je met clubgenoten trainen en naar wedstrijden gaan. Bert begon in de jaren vijftig bij De Tubanters in Hengelo. “Omdat het de enige club in de regio was, die niveau had”, herinnert hij zich. Er waren meer renners van buiten Hengelo lid van deze vereniging.

Beginjaren zestig stapte hij over naar Wilhelmina in Eindhoven. Wel bijzonder, want hij woonde gewoon in Enter. “Ik had daar meer kansen om klassiekers te rijden”, verklaart hij de ‘transfer’. “Je vereniging schreef je dan in.” De overschrijving was bijvoorbeeld ook van belang voor deelname aan Olympia’s Tour. Aan deze belangrijke etappekoers voor amateurs had nog nooit een Tukker meegedaan. Bert was in 1959 de eerste toen hij in de ploeg van Wilhemina werd opgesteld. In 1960 was hij niet van de partij, in ’61 werden hij en Enschedeër Jurrie Dokter opgesteld bij Wilhelmina. Bert eindigde een paar keer kort, want hij was in vorm. Een week eerder was hij ook al vierde geworden op het NK.

In 1962 schreef Bert zich in bij De Bataaf in Halfweg, een sterke vereniging in Noord-Holland met renners die veel grote koersen wonnen zoals de ervaren Mik Snijder, die in ’54 de Ronde van Overijssel had gewonnen en ’61 Olympia’s Ronde. “We noemden hem opa Dribbel”, vertelt Bert. “Omdat hij ouder was dan wij.”

Gerard Wesseling, ook oud-winnaar van Olympia’s Ronde, Dick Enthoven de oud-kampioen van Nederland en Enschedeër Jurrie Dokter waren eveneens lid van De Bataaf. “Je had bij zo’n sterke club meer mogelijkheden en kansen en je kwam daardoor meer in de belangstelling te staan van de bond en sterke ploegen. Omdat De Bataaf in Halfweg gevestigd was, vind je in de uitslagenlijsten van die tijd achter de namen van Boom en Dokter regelmatig die plaatsnaam. Maar Bert bleef gewoon in Enter wonen. Jurrie Dokter had er wel een logeeradres. Met Dextro Energie als sponsor stonden beide Tukkers ook weer op de deelnemerslijst van Olympia’s Tour. Overigens, in ’63 en ’64 was geen streekgenoot present in de etappekoers, Jan Boode uit Nijverdal was in ’65 de volgende, Wim Neeskens (Borne) volgde in ’66 en in ’67 reed Henk Nieuwkamp (Borne) een sterke ronde. Ook Haaksbergenaar Gerrit Leferink was erbij dat jaar. Beide mannen reden Olympia’s Tour ook in ’68, Nieuwkamp voor de sterke Amstel-ploeg, Leferink namens de militaire ploeg. Beiden eindigden bij de eerste twintig. Nieuwkamp was dat jaar de eerste Twentse etappewinnaar.

Terug naar Bert en zijn lidmaatschap van De Bataaf in Halfweg. Wat daarvan ook een voordeel was, dat was de connectie met de bekende sportarts J.H.M. Rolink die clubarts was van Ajax. De uit Oldenzaal afkomstige Rolink woonde in Velsen-Noord en was niet louter verbonden aan Ajax. Hij had ook interesse in andere takken van sport. Zwemmers, schaatsers, wielrenners, kanoërs, judoka’s: ze konden allemaal bij John Rolink terecht. Hij was jarenlang de bekendste sportarts van Nederland, door Ajax en onder meer dankzij het feit dat hij vijftien maal actief was in Olympia’s Ronde van Nederland. In november 1987 is hij overleden.

Bert: “Ik was een keer bij hem in zijn praktijk in Velsen-Noord. Toen we klaar waren, gaf hij me tien losse guldens en zei: ‘Koop onderweg een lekkere biefstuk.’ Dat was dokter Rolink, een heel aardige man.”
Eind jaren zestig werd Bert lid van AWV De Zwaluwen in Almelo en dat is hij nog steeds. Inmiddels is hij erelid. “Toen ik me daar aanmeldde, was het een club in opkomst”, weet Bert. “ A. Dollekamp, een neef van mijn moeder, was voorzitter. Hij was ook een van de organisatoren van de Ronde van Overijssel. Later had je Barend Meulenbeld, ook zo’n actieve vrijwilliger. Hij is liefst twintig jaar voorzitter geweest. Dat is altijd de kracht van De Zwaluwen geweest, het grote aantal vrijwilligers die bergen werk verzetten.

“Toen Barend gestorven was, heb ik bij de crematie nog een toespraakje gehouden voor zijn dochters. Toen heb ik gememoreerd wat hij allemaal voor de Zwaluwen heeft gedaan. Dat soort mensen wordt vaak ondergewaardeerd.”

Zijn waardering voor de vrijwilligers van de Almelose wielervereniging uitte Bert op een van de ledenvergaderingen ook voor zijn plaatsgenote Heidi Pluimers, de dochter van oud-renner Gerrit. “Ook zij was zo’n formidabele kracht voor de club. Ik heb haar als dank het shirt gegeven waarin ik wereldkampioen ben geworden. Via haar bracht ik eigenlijk een hommage aan al die helpers. Ik neem heel diep mijn pet af voor hen.”