EEN HENGELO’S PARELTJE

14-06-2021
In mijn boek HOE MOOI IS HENGELO WEL NIET in 2017 was Jan Noltes een van de 61 min of meer bekende Hengeloërs die antwoord gaf op die (vraag)stelling. Hij twijfelde even over de wijk Tuindorp, maar vermoedde dat deze wijk voldoende gekozen ging worden, hetgeen ook zo was. Jan koos voor de Openbare Leeszaal en Bibliotheek aan de Vondelstraat en noemde dat gebouw een pareltje.
Vorige week werd bekend dat verschillende culturele en semi-culturele verenigingen en instanties waaronder de sympathieke theatergroep Kamak aasden op dit gebouw. Twee projectontwikkelaars/aannemers deden ook een poging. En raad eens? Van Wijnen (geen vriend van B&W) werd het en gaat er een zestal woningen bouwen. Ik neem aan dat verschillende raadsleden daar over nog vragen gaan stellen. Was het een goedmakertje? Moest Van Wijnen even gematst worden? Waarom laat B&W Kamak zwemmen? Waarom werden andere plannenmakers gepasseerd? Jammer, heel jammer.
Ik sprak Jan Noltes nog even en ook hij vindt het een slecht plan. “Het is een cultureel monument en het past niet om daar woningen in te creëren”, zei Jan. “Stork zal zich in zijn graf omdraaien als hij het hoort. Dit is nooit de bedoeling geweest van dit gebouw.”
Hieronder de motivering van Jan Noltes’ keuze in bovengenoemd boek uit 2017 plus de foto van Metin Yirtici.
“Gebouwd in 1929 in opdracht van C.F. Stork met als voorbeeld een aantal bibliotheken in Glasgow waaronder Whiteinch Shettleton. Ik doel op de voormalige Openbare Leeszaal en Bibliotheek aan de Vondelstraat. Als kind kwam ik er vaak en was onder de indruk van de statige inrichting, de donkerkleurige houten lambrisering, het licht via de bovenramen en de orde en rust. De buitenzijde symmetrisch, streng, als een moeilijk te nemen vesting. Het aanbod boeken vond ik overweldigend en de keuze was elke keer moeilijk te maken. Twee leesboeken en drie studieboeken was volgens mij het maximale dat je mocht meenemen.
Had je je keuze gemaakt, dan moest je via een nauwe doorgang richting uitgang. Daar werd je onderworpen aan een strenge controle door de bibliothecaresse. Ik kende haar naam niet maar de grijze haren samengebonden in een knotje op haar hoofd en het brilletje op de neus staan tot op de dag van vandaag in mijn geheugen gegrift.
Tijdens mijn middelbare schooltijd raakte ik geïnteresseerd in tekenkunst en in het bijzonder het werk van o.a. Michelangelo en Da Vinci. Op een dag, ik schat dat ik een jaar of 14 was, vond ik een lijvig boek van Leonardo da Vinci. Toen ik bij de dame in kwestie mijn boek wilde laten afstempelen, keek ze me over haar brilletje aan en sprak de woorden ‘nee jongetje, voor dit soort boeken ben je nog te jong. Leg het maar terug.’ Ik heb tot op de dag van vandaag niet begrepen of het mijn leeftijd was waarom ik het boek niet mocht lenen of dat de tekeningen van de meester niet geschikt waren voor jongetjes van veertien.
Het gebouw staat er nog steeds als een fier monument. Ik zou er graag nog een keer binnen willen kijken, maar vrees dat de sfeer van weleer voorgoed verdwenen is.”