9 | STIEKEM OP DE BROMMER

De meeste wielrenners hebben broers en zussen, zeker zij die van katholieke komaf zijn. Hennie Kuiper komt uit een gezin van twaalf kinderen, de legendarische coureurs Wim en Piet van Est hadden veertien broers en zussen. Henk en Truus Lammertink uit Hoge Hexel kregen zes kinderen, drie zonen en drie dochters. In de vorige eeuw was een gezin met zes kinderen heel normaal. Tien, twaalf of veertien kwam ook vrij regelmatig voor. Of zestien zoals bij de Van Esten. De moeder van Herman Snoeijink kwam uit een gezin van twintig kinderen, allemaal eenlingen en allemaal van dezelfde vader en moeder. Kom daar tegenwoordig nog eens om. Drie is veel. Eén of twee komt eerst.

Van de zes Lammertinks was Jos de oudste. Hij trouwde met Annette. Maar daar komen we later nog op terug. Ze kregen een zoon en een dochter.
Een jaar later (in ’59) werd Herman geboren die later ook wielrenner werd. Misschien had hij meer talent dan Jos. Althans dat is wel eens geopperd. Maar Herman had wat meer problemen met de motivatie. “Hij vond het nog wel een keer goed”, vertelt Jos. “Herman kreeg al op jonge leeftijd verkering met Ina Kaal uit Almelo. Mijn vader wilde hem graag pushen. Achter mij aan. Maar dat lukte niet. Hij had ook andere interesses. Bij veldritten stond hij bij de nieuwelingen en junioren vaak op het podium en ik herinner me ook nog dat hij in juniorenklassieker de Flevo Tour won. Ik mocht bij toeval mee in de neutrale materiaalauto achter hem en riep met nog anderhalve kilometer te gaan: Erop en erover! Zo geschiedde. Dat was fraai.”

Herman is amateur geworden, werd ingelijfd in een Limburgse ploeg, maar stopte toen hij 20 jaar was. Hij heeft bijna zijn hele werkzame leven als spuiter gewerkt bij Thales. Hij en Ina wonen in Wierden en kregen twee kinderen. Hun zoon Roy was ook wielrenner en werd in de jeugdcategorieën regelmatig nationaal kampioen veldrijden.

Zus Gea (van 1961) trouwde met oud-Amstel-renner Nico Hilberink. Ze zijn alweer jaren gescheiden. Ze kregen twee zoons. Gea woont in Wierden en werkt op de administratie van Nijhof-Wassink en woont samen met Rob.
Trudy (1963) werkt in de zorg en woont eveneens in Wierden. Ze is getrouwd met Alfons Woolderink, gemeenteraadslid van de lokale partij NEW. Ze hebben twee dochters. Aukje is Jos’ petekind.

Laurens was de nummer 5 in de rij. Hij werd schilder en trouwde met Rimke, maar ze zijn intussen gescheiden. Ze hebben twee kinderen, zoon Wout is ook al petekind van Jos. Laurens heeft in Sylvia een nieuwe partner gevonden.
Ook Laurens (’67) heeft een blauwe maandag gewielrend, maar het werd geen succes. Wel heeft Laurens een grote rol gespeeld in de carrière van Jos. “Hij heeft me altijd op en top gestimuleerd. Mijn vader leerde ons allemaal autorijden. Toen we 14 jaar waren, reden we al rond. Toen ik prof werd, ging Laurens vaak mee en dan reed hij gewoon. Veertien, vijftien jaar. Wielrennen had zijn interesse”, vertelt Jos. “Hij was al jong geïnteresseerd en ging graag mee naar de koers. Toen wij nog koersten in de jeugdcategorieën, moesten mijn zussen ook mee, of ze wilden of niet. Want pa en ma konden hen niet alleen thuis laten.”

De jongste van het sextet luistert naar de naam Leontien (1969). Ze is getrouwd geweest met Bart Vedders uit Goor. Ze hebben geen kinderen. “Bart heeft veel gefietst, is door ons besmet geraakt.”
Leontien werkte als productieplanner. Ze leerde in 2002 op het carnaval in Oldenzaal de Amerikaan Michael kennen. Jos: “Ze kochten een zeilboot om de wereld rond te varen, maar ze weten, naar eigen zeggen, niet hoever ze komen. Ze zitten momenteel in Gibraltar. Een huis hebben ze niet meer. Ze leven voortaan op de boot.”

Jos karakteriseert zijn ouders als hardwerkende mensen. “Ze hebben best wel een goed leven gehad. Moeder had een brommer om boodschappen te kunnen doen in Wierden. Op zaterdag ging pa voor de zwaardere spullen mee met de auto. Dat was dan meteen een mooi moment voor ons om stiekem met de brommer rond te scheuren. Dat is een keer goed misgegaan na een frontale botsing bleek de brommer een stuk korter, het voorwiel zat naast de trapper. Gelukkig konden we dit met behulp van een tractor weer wat in het fatsoen trekken. Moeder merkte het nauwelijks. Die brommer was trouwens ook belangrijk voor mijn carrière, want we hebben veel erachter getraind met mijn vader als stuurman. Hij was handig, zo fabriceerde hij zelf voor ons een hometrainer.”

Jos’ moeder Truus is al in 1992 gestorven. Ze is slechts 57 jaar geworden. “Ma had last van galstenen die ze in het ziekenhuis eenvoudig zouden kunnen vergruizen. Maar dat mislukte waarna ze toch geopereerd moest worden. Bij die operatie ontstonden heftige complicaties en anderhalve week later overleed ze.”
Vader Henk bleef alleen achter in Hoge Hexel. “Hij genoot er volop”, zegt Jos, “maar het werd hem langzaam maar zeker te groot met de grote tuin en de vogels die hij hield. Hij verkocht het en verhuisde naar Wierden. Hij leerde er een vrouw kennen, waarmee hij samen op vakantie ging, iets wat vroeger nooit gebeurde. Jammer genoeg kreeg hij leukemie. Hij overleed in 2007 op 78-jarige leeftijd.”

Foto boven. Vlnr staand: Herman, Trudy, Truus, Henk, Gea en Jos. Zittend:  Leontien en Laurens.


Moeder Truus op de brommer met Leontien