OPRUIMEN IVM VERHUIZING, pffffffff

Tja mensen, we gaan ons fraaie herenhuis aan de Hengelose Billitonstraat verlaten. De kogels vlogen door de kerk. Het gaat gebeuren. (Voor geïnteresseerden: dubbele woonkamer + serre, 5 slaapkamers, prachtige tuin. Vlakbij centrum Hengelo.)

We gaan naar de andere kant van het spoor naar een loft. Mooi woord, een loft. Wie had daar tien jaar geleden van gehoord, een loft. De spellingchecker kent het woord niet eens….

Ik ken intussen mijn werkkamer niet terug. Omdat er een fotograaf kwam, moest ik de Augiasstal transformeren in een cleane, sobere ruimte met boeken netjes in het gelid, geen persoonlijke snuisterijen, geen pennenbakjes, verdwaalde laptops, stapels tijdschriften op de vloer. Weg met een aantal jaargangen van VI, weg met stapels kranten en tijdschriften die ik nog wilde bewaren, weg met ouwe boeken die je toch niet meer leest, weg met bakjes, tassen, klappers en noem maar op. Soms viel het afscheid me zwaar en kostte het de nodige bedenktijd.
En dat alleen vanwege die foto’s. Binnenkort komt er een nieuw keuzemoment aan als de echte verhuizing zijn beslag gaat krijgen. Alleen bij de gedachte eraan overvalt me een lichte benauwdheid…..
Tips?

WOLFRAM ARNTHOF RIP

Een van de beste spelers van Heracles aller tijden is sinds vorige week woensdag niet meer onder ons. Wolfram Arnthof is overleden. De sympathieke Duitse oud-verdediger, die in Hengelo woonde, is 80 jaar geworden.
Ik heb alleen maar goede herinneringen aan hem. Als jonge voetballiefhebber zag ik hem enkele keren spelen in het roemruchte seizoen 1963-1964 toen Heracles de Nederlandse topclubs stuk voor stuk versloeg en een wedstrijdje of negen bovenaan stond. Voorin maakte Hennie van Nee de doelpunten, vaak na perfecte voorzetten (kom daar tegenwoordig nog eens om) van Isie Greving, Barend Vrielink en Dick Reekers en achterin hielden Herbert Finken, Ger Donners en Arnthof de tegenstanders tegen.

Wolfram Arnthof kwam uit Duisburg. Zijn vader was arts. Hij voetbalde als spits voor Duisburg SV en kreeg als zeventienjarige al een contract. Via Reutlingen belandde de technisch vaardige, tweebenige speler op zijn drieëntwintigste bij Heracles. Daar werd hij linksback. Toen Finken geblesseerd raakte, werd hij stopper. Hij was kopsterk, had een goeie trap en gaf nooit op.

In 2004 vertelde hij mij in een interview in de Twentsche Courant Tubantia: ‘Het tempo lag toen lager als nu. We hadden twee snelle buitenspelers, Greving of  Bartelink op rechts en Dick Reekers op links. Dat was een groot voordeel. Je had altijd een goede veldbezetting. De ruimtes werden goed gebruikt.’
In 1968 vertrok hij naar Eilermark en twee seizoenen later naar tweede klasser vv Oldenzaal .

Ik herinner me nog een oefenwedstrijd van Oldenzaal tegen Ajax in juli 1971. Dat gebeurde op de historische grond van sportpark ’t Heuveltje. Ajax had enkele weken eerder voor de eerste keer de Europa Cup I gewonnen. Arnthof  was stopper en was als 34-jarige leeftijd de rustige, ervaren stuurman van het team. Vlak voor onze ogen kreeg hij van Johan Neeskens in een fel kopduel een elleboog op zijn neus en moest hij de wedstrijd staken. Gebroken, luidde de snelle diagnose. De zeer kwalijke, geheel onnodige actie van Neeskens zette echter geen kwaad bloed bij Arnthof. ‘Dan had ik maar geen voetballer moeten worden’, zei hij nuchter.

Gentlemen Arnthof en zijn Berlijnse vrouw Waltraud bleven voor altijd in Twente en hebben intussen al jaren de Nederlandse nationaliteit. Hij bleef bijna zijn hele leven de voetbalsport trouw. Zo heeft hij als trainer en als mens veel betekend voor de vv Delden. Tot slot nog een toepasselijke opmerking van hem in het reeds genoemde interview in 2004:  ‘Ik heb alles bereikt, wat ik bereiken wou. Ik betreur niets. Het was schitterend.’

In 2010 werd hij bij het stadion van Heracles overvallen door een hartstilstand. Daarvan herstelde hij slechts gedeeltelijk. Vorige week overleed hij en kwam er na zeven moeizame jaren een einde aan het leven van een sympathiek mens.

300.000

Een magische grens, een mijlpaal misschien? Gisteravond bereikte mijn ouwe, trouwe, zeer geliefde Citroën C5 de 300.000 km. Dat deed hij/zij exact op het moment dat ik de Billitonstraat (waar ik woon) binnenreed na een ritje van plm 45 km.
Hij/zij heeft de meeste kilometers intussen wel gelopen, net als trouwens zijn/haar baas.
Maar toch wil ik langs deze bijzondere weg melding maken van dit markante moment. Zo’n fijne auto, bijkantoor, boekenbestellauto, officieuze slaapplaats, uitleenauto aan zoon.
Samen gleden we over de A1, de A35, de A31, de A50, de N18, noem ze maar op. En altijd waren we één met elkaar. Daarom zeg ik bij deze markante kilometerstand: HULDE!
(Desondanks binnenkort te vinden op marktplaats)

STOEPTEGEL

Gisteren werd in de Grolsch Veste voorafgaand aan de wedstrijd FC Twente-Willem II de zg ‘stoeptegel’ gepresenteerd. Het is een boek van bijna 5 kg met daarin de vijftigjarige geschiedenis van FC Twente en ook nog uitgebreid de historie van Sportclub Enschede en Enschedese Boys, de twee verenigingen waaruit FC Twente is ontstaan in 1965.
Ondanks dat ik met ‘De Top50 van FC Twente’ zelf ook al een jubileumboek had geschreven, heb ik ook een aanzienlijk deel van dit omvangrijke boek mogen schrijven.
Het boek is in de shop van FC Twente te koop voor € 79 en ook in de winkels van boekhandel Broekhuis. Het is een prachtig document geworden met fraaie foto’s van oa wijlen Henk Brusse.
Van harte aanbevolen. Het boek is uitgegeven door Kick Uitgevers in Rotterdam.

ZUSTER ANNETTE

Ze keek alleen de wedstrijden van Oranje en Brasil. Voor de andere WK-duels had zuster Annette geen tijd. Dat zou ten koste gaan van de uren die ze dagelijks nodig heeft voor bidden en lezen. Want ze mag dan wel bijna 102 jaar oud zijn, bidden en lezen is nodig. Dat kan een zuster niet genoeg doen.

Nog even terug naar vorige week dinsdag, de laatste dag van mijn verblijf in Brasil. Ik breng een bezoekje aan zuster Annette. Altijd als ik op Holambra kom, ga ik bij haar langs. Haar energie op hoge leeftijd is inspirerend. Ze is gehuisvest in het plaatselijke verpleeghuis, maar veel zorg heeft ze niet nodig, want ze is nog behoorlijk fit. ‘Ik mag niet klagen’, zegt ze. Ze redt zich goed met de rollator, werkt nog op de computer en kan (met een vergrootglas) nog boeken lezen. ‘Mijn geheugen wordt wat minder’, vertelt ze. ‘Ik kan soms ineens de naam van een bepaalde bloem niet opnoemen.’

Zuster Annette Eijmans is in 1912 geboren in Steenderen. Ze was de jongste van een gezin met zes kinderen. Als jong meisje had ze verkering met een aardige jongen bij haar in de buurt, maar had niet veel tijd nodig om te beseffen, dat verkering met als eindbestemming een huwelijk en kinderen krijgen, niet haar toekomst kon zijn. Ze vertelde me dat het huwelijk een groot avontuur is en voor veel mannen en vrouwen een moeizame onderneming. Ze koos destijds voor het klooster. In 1934 trad ze in bij de Orde van de Kanunnikessen van het Heilig Graf. Na de oorlog vertrok ze naar Brazilië en werd daar onderwijzeres.

Nog steeds leidt ze elke woensdag een gebedsdienst in haar moedertaal voor de bejaarde Nederlandse emigranten en verder laat ze geen moment onbenut om de PT, de Braziliaanse partij van de arbeid, te promoten. President Dilma is van de PT en staat onder vuur. ‘Ik bid elke dag voor haar’, zegt de zuster die tot voor kort nog regelmatig e-mails stuurde naar kennissen om de PT te promoten. ‘Iedereen die er anders over denkt, denkt alleen aan zichzelf’, zegt ze streng.

We hebben deze dinsdag weer een prettig gesprek. Nog kort geleden was een goede kennis van haar gestorven, de uit Keijenborg afkomstige Toon van Aken, maar ze heeft er geen traan om gelaten. De zuster huilt namelijk nooit bij de dood van een dierbare. ‘Want Jezus is daar’, zegt ze vol overtuiging. Bang om te sterven is ze niet. Ze wil echter graag nog een tijd blijven leven. ‘Ik moet nog groeien als mens. Eigenschappen als geduld, hartelijkheid en voorkomendheid kunnen beter.’ Ik hoorde ervan op. De zuster van bijna 102 vindt dat ze als mens nog moet groeien. En ze vindt dat ze teveel van spelletjes houdt. Ook dat gaat ten koste van bidden en lezen. En dat kan natuurlijk niet. Ze vertelt me dat ze ’s morgens de communie had ontvangen en even later alweer met een spelletje bezig was. ‘Ik ontving God en zit een spelletje te doen in plaats van hem van binnen met alle egards te ontvangen.’ Als je hoog bezoek krijgt, zorg je dat je huis schoon is.’

Awel, ik had mijn lesje weer geleerd, nam afscheid en beloofde de volgende keer ook weer even langs te komen. Dan zal ze 105 zijn of zo. Eens kijken of haar geduld, hartelijkheid en voorkomendheid dan verbeterd zijn.

PS. Wat is eigenlijk voorkomendheid? Ik wist het niet en zocht het op. Het stond in een oud woordenboek en betekent vriendelijkheid. Dan weet je dat.

FINALE

Maandagmorgen half tien. Het internationale busstation van Rio. Hier en daar plukjes Argentijnen met hun lichtblauw-wit gestreepte shirts. Ze kijken niet blij. Een dag eerder zongen en sprongen ze in het rond, maar de Duitsers boorden hun grenzeloze optimisme de grond in.  Laten we daar vrede mee hebben. Mijn dochter en ik pakken na een onvergetelijk weekend de bus naar Sᾶo Paulo. Zij gaat woensdag verder met haar tour door Latijns-Amerika, ik ga terug naar de basis in Hengelo.

Awel. We hadden kaartjes voor Maracanᾶ als Oranje de finale zou halen. Maar dat gebeurde niet. Het scheelde een decimeter. Mascherano scheurde zijn anus om Robben van scoren af te houden, Oranje was er nog een paar keer dichtbij, maar het lukte niet. Wel krijgen we het geld van de kaartjes terug van de Fifa minus € 20 administratiekosten. Zo doet de Fifa dat.

Vrijdagmorgen stonden we bij Maracanᾶ in de stad waar voetbal heel heilig is. We wilden de Sint Pieter van Rio graag even van binnen bekijken. Maar het vernieuwde stadion werd goed bewaakt. De veel te dikke negerman met op zijn blauwe Fifa-hesje het opschrift Security 0862, was onverbiddelijk. Mijn dochter stelde nog voor om erlangs te sprinten. De negerman zou kansloos zijn. Maar wij ook, want 50 meter verder stond een politieauto. Overal stonden politieauto’s in die regio.
Zaterdagmiddag zagen we op een steenworp afstand van Copacabana in een ietwat louche barretje  Oranje winnen van Brasil. Ik zat drie meter van het scherm. Af en toe dwaalden mijn ogen af naar de blonde barjuffrouw, hetgeen ik mijn ogen niet kwalijk kon nemen. Brasil-NL was de gedroomde finale, maar helaas. We bleven er nog lang hangen na de 3-0. De Brazilianen waren op een enkeling na niet boos of teleurgesteld. Ze vonden het best. Na de 7-1 tegen de Duitsers kon dit er nog wel bij. De andere morgen deelde de grootste krant cijfers uit. Een 2 was het hoogste cijfer. Scolari kreeg een 0. Van Oranje kreeg Robben kreeg een 8.5, idem Vlaar en Van Gaal. Terecht.

De finale keken we in de Palapitha Bar aan het Lagoa-meertje vlak bij Ipanema. Mooiere plekken zijn er nauwelijks op deze aarde. Links een steile rotswand van honderd meter hoog, in onze rug het Suikerbrood en rechts boven ons het beroemde Christusbeeld. Voor het megagrote scherm waren banken met tafeltjes geplaatst. Alles was bezet. Ik ging met mijn rug tegen een boom staan en volgde zo de wedstrijd. Het werd een lange zit. Mijn rug begaf het bijna. Ik zag nota bene dat de banken voor mij voor meer dan de helft bezet werden door vrouwen, waarvan meer dan de helft niet oplette. Ja, dan baal je behoorlijk. Ze kletsen wat, ze verzorgen hun uiterlijk of hun zeurende kindjes, ze gaan staan op een spannend moment et cetera.

Toen Götze scoorde, sprong iedereen juichend op. Argentinië mocht in het vernieuwde Maracanᾶ de wereldbeker niet winnen. Dat had de Braziliaan niet kunnen verdragen in de walging die ze hebben van hun zuiderburen.

En nu, op deze maandagmorgen, worden op het busstation van Rio de banieren en posters weggehaald. Het WK is verleden tijd.

PS. Mijn eigen WK-pool is gewonnen door Bert Naber uit Lichtenvoorde. Hulde voor deze sympathieke voetbalkenner. Op de laatste plaats eindigde JvD uit Neede (uit privacy-overwegingen noem ik slechts zijn  initialen).  Zeven van de 40 deelnemers voorspelden dat Oranje de kwartfinale zou bereiken. Eén deelnemer tipte dat ‘we’ wereldkampioen  zouden gaan worden. Had zomaar gekund. Lang leve Louis.

 

NIEUWE GLORIE

Hij is van zijn geloof gevallen. Mijn neef/voetbalfanaat Thom hoopt dat Brasil geen wereldkampioen wordt. Neymar is uit de wedstrijd geschopt, Silva is geschorst. De Duitsers gaan het kleurloze restant verslaan en verliezen daarna van Nederland. Dat is nu het nieuwe credo van Thom. Plus nog een belangrijk gevolg. De president verliest de verkiezingen. Dan is de PT (zeg maar PvdA van Brasil) weg en kan het land zich weer richten op nieuwe glorie.

We gaan terug naar zaterdagavond. Tim Krul – weer zo’n meesterzet van King Louis – stopt de vijfde  strafschop van Costa Rica en op hetzelfde moment gaat het confettikanon in de openluchtfeestzaal van Holambra vol open. Vloer en tafels zijn al ondergesneeuwd met oranje snippers, maar nu worden we pas echt bedolven. Ik zie een blonde kalende man van Azewijnze komaf met een inktzwarte Braziliaanse kennis (dreadlocks, oranje shirt, dito pet met een Braziliaans vlaggetje eraan) een rondedans maken, waarna ze prompt gefilmd worden door de camera van de Fifa en van de nationale tv. De ontknoping van de wedstrijd is hemels. Voor mij kust een Braziliaan met het woord Samba14 op zijn oranje shirt zijn vriendin die haar blonde haar bij elkaar houdt met een knip in de vorm van een oranje fietsje. Elvis Klein Gunnewiek, drie weken geleden nog bruidegom, maar nu op klompen en uitgedost met fel oranje bretels op een zwart t-shirt, drukt grijnzend drie vrouwen tegelijk tegen zijn brede borst.

De vreugdetaferelen zijn voorstelbaar. In Nederland zal het niet anders zijn. Maar wat in deze feestzaal met het megagrote tv-scherm zo mooi opvalt, is de ineensmelting van Brasil en Nederland. Holambra is vlak na de oorlog gesticht als boerenkolonie en is intussen een stad van 12 à 13000 inwoners. De Brazilianen zijn veruit in de meerderheid, ze koesteren hun eigen magische groen-geel-blauwe vlag, maar delen van hun hart zijn oranje geworden. De tweede en derde generatie immigranten spreken nauwelijks nog Nederlands. Jongens en meiden trouwen met Brazilianen en zo ontstaat er een prettige fusie tussen twee landen. Autochtonen en import, zwarte krulletjes en blonde Achterhoekse lokken, roodharige Noord-Hollandse bloemenboeren en kleine, knappe mulattinnen. Het past allemaal goed bij elkaar en deze feestavond bewijst het.

Neef Thom keek de wedstrijd thuis. Hij wilde een finale tussen Brasil en Nederland, maar werd geboycot door een Colombiaan die Neymar kort voor tijd rechtstreeks uit de wedstrijd naar het ziekenhuis schopte. Zonder hem zijn de goddelijke kanaries verworden tot vleugellamme houtduiven. Het elftal is de enige speler die geniale ingevingen heeft, kwijt. ‘Wij’ hebben Robben, de Argentijnen hebben Messi. Met zo’n briljant in je team, maak je het verschil.
Thom wil nu – net als zijn broers en andere weldenkende inwoners – dat Brasil een lesje krijgt van de Duitsers, waardoor vervolgens president Dilma van de PT de verkiezingen verliest. Ze geeft de mensen een vis, maar ze moet hen leren hoe je een vis vangt, luidt Thoms devies. Weg met Dilma. Meer aandacht graag voor de stagnerende economie, de bestrijding van corruptie en geweld, voor de verwaarloosde ethiek, de falende educatie en het morele verval.

PS. Woensdag lekker met mijn dochter en een nichtje naar Oranje-Argentinië en dan op naar Rio, naar Maracana, naar de finale. Lang leve Louis.

HOELKI

Pelé, Hulk, Garrincha, Vava, Caréca, Pato, Cafú. Brazilianen zijn gek op bijnamen. Ook gewone burgers zijn vaak bekender onder hun bijnaam dan hun eigen naam.  Op Holambra kregen veel Nederlandse emigranten een speciale naam. Tja, als je je in Brazilië vestigt als Klein Gunnewiek, Wopereis, Stapelbroek of Oude Groeniger, dan ligt een bijnaam al gauw voor de hand.

Ik hoorde hoe een tv-verslaggever tijdens de wedstrijd Nederland-Mexico uitlegde dat Arjen Robben (foto) bekend staat als de Man van Glas. De dribbelkoning is zeer populair in Brasil. Vraag Braziliaanse voetballiefhebbers naar hun favoriete Nederlandse speler en negen van de tien noemen Robben. Een taxichauffeur vond hem stukken beter dan zijn eigen pingeldoos Neymar jr. In het land van de Goddelijke Kanaries (ook een fraaie bijnaam) houden ze enorm van onze slalomspecialist. De versierde penalty was de aanleiding, maar zijn populariteit was voor de verslaggever eveneens een goede reden om de miljoenen kijkers uitleg te geven over zijn bijnaam Man van Glas.

Bijnamen kunnen slechts bijnamen zijn, zoals Man van Glas, Sneeuwvlokje (Ronald Koeman) of Guus Geluk (Hiddink). Maar in Brazilië kan de bijnaam cq troetel- of koosnaam je eigenlijke naam verdringen. Pelé betekent lappenbal. Garrincha is een ander woord voor vogeltje, de opperdribbelkoning van weleer, kreeg dit troetelnaampje van zijn zus. Caréca is een ander woord voor kale kop.  Hoe hun eigenlijke voor- en achternaam luiden, weet bijna niemand. In het Braziliaanse elftal dat tegen Chili door het oog van de naald kroop, stond één speler met zijn bijnaam in de opstelling: Hulk. Dat is extra bijzonder, omdat geen Braziliaan die naam goed kan uitspreken. ‘Hoelki’, zeggen ze. Zoiets. Givanildo Vieira de Souza luidt de naam waaronder hij op 25 juli 1986 ingeschreven werd in het geboorteregister van Campina Grande.  Maar zo kent niemand hem. Ik vond hem trouwens goed spelen tegen Chili, maar dat terzijde. Hulk is een stripfiguur. Soms zwellen zijn spieren zodanig op, dat hij uit zijn kleren scheurt. Zie de voetballer Hulk voor je en je kunt de bijnaam wel verklaren. Met een beetje fantasie.

Ook op Holambra heb je leuke bijnamen. Een Nederlandse volontair met wat onverzorgde, pluizige baardgroei werd tiririca genoemd. Tiririca is een soort gras. De Brazilianen noemden wijlen Frans Eltink, wiens kleinzoon thans bij De Graafschap voetbalt, Chico Sapo. Chico is het Portugese woord voor Frans en een sapo is een kikker. De Nederlanders noemden hem Frans, de Brazilianen Chico Sapo. Zo kreeg Gerrit Oude Groeniger de naam Pica Pau hetgeen een ander woord is voor specht. De in Beltrum geboren Theo Klein Gunnewiek werd Zero Quarenta genoemd: 040. Dat was namelijk zijn nummer op de ledenlijst van de plaatselijke coöperatie. Frans Winters uit Azewijn heette bij de Brazilianen Chico Caréca.
Ik vind het komisch, al die bijnamen van de mensen hier, van de topvoetballers en andere beroemdheden. Robben kent men nu als homem de vidro, man van glas. Trouwens, als we hem niet hadden gehad, waar waren we dan geweest?

PS. Helaas was ik niet live bij de wedstrijd tegen Mexico. Een vliegreisje Sᾶo Paulo-Fortaleza vv kost al gauw een eurootje of 500 en dat kan de bruine niet trekken. Niettemin stomen we op naar de finale in Rio. Ik heb kaartjes. Lang leve Louis.

FANS

De twee wedstrijden in Porto Alegre en Sᾶo Paulo waren super. Ik heb prachtige dagen gehad tussen de fans van Oranje. Maar daar zit ‘m ook een beetje de kneep. Want ik kijk normaliter onbewogen naar voetbalwedstrijden. Lekker veilig op de perstribune. Daar schouw ik neutraal en zo objectief mogelijk het strijdtoneel om voor de opdrachtgever een afgewogen verslag of beschouwing te kunnen maken. Wellicht heb ik me die onpartijdige houding zo eigen gemaakt dat ik het twintig keer met overslaande stem scanderen van het woord HOLLAND haast niet over de lippen kan krijgen. En dat is wel wat veel Oranje-fans van mij verlangen. HOLLAND, HOLLAND! Ten eerste: ik kom niet uit Holland, maar uit Nederland. Ten tweede: ik ben geen kuddedier. Maandagmiddag nog, bij Nederland-Chili, werd ik een aantal malen door enkele jongemannen gemaand om mee te schreeuwen. De boys irriteerden me sowieso al, want ze wilden staan, terwijl iedereen een prima zitplaats had. Alleen zij drieën wilden continu staan. Na veel manen en roepen gingen ze mopperend zitten.

Ja, drie vervelende twintigers vonden dat driehonderd mannen en vrouwen staande naar de wedstrijd moesten kijken. De middelste keek daarbij steeds erg pesterig achterom. En ook nog HOLLAND, HOLLAND roepen op hun commando? Niet dus. De boomlange jongeman naast hem met de naam VAN DER WIEL op zijn belegen oranje shirt keek me verschillende malen verbaasd aan. Hij en zijn maat die een belachelijk pak aanhad met tulpen erop, vonden het raar dat ik rustig en behoorlijk onbewogen naar de wedstrijd keek met slechts een oranje pet op mijn hoofd. Ik was ook niet bereid om tig keer heel hard ARJEN ROBBEN te schreeuwen richting het veld als “onze” grandioze gelegenheidscaptain de bal had.

Van de roodharige Oranje-fanaat van een jaar of veertig, die vlak voor de wedstrijd zeker een kwartier lang een oranje lint van 150 bij 15 cm omhoog hield met de naam WINTERSWIJK erop, begreep ik ook weinig. Doet hij dat om het thuisfront via de tv te bewijzen dat hij daadwerkelijk in Sᾶo Paulo op de tribune staat en niet stiekem naar een geheime vriendin in Milaan is afgereisd? Of heeft hij de gemeente Winterswijk als sponsor? Of heeft die gemeente hem gevraagd het stadje te promoten in de grootste stad van Zuid-Amerika? Wat bezielt zo’n nuchtere Achterhoeker, vraag ik me dan af.

Laat duidelijk zijn dat ik enorm genoot van de sfeer en de entourage waarin deze mensen het WK beleven. En wat ook prima was, de groepen Chilenen en Brazilianen in ons vak, konden gewoon meedoen en meegenieten. Ik zag dat ze de tijdelijke connectie met de oranje meute heel plezierig vonden. Wel keken ze vol ongeloof naar honderden fans die na afloop elkaar minutenlang schreeuwend de vraag stelden: WAAR IS ‘T FEESTJE? Om direct er achteraan nog harder te schreeuwen : HIER IS ’T FEESTJE. Daar snapte ikzelf eigenlijk ook geen bal van.

PS. Nu gaat het WK echt beginnen. Nederland doet volop mee om de titel der titels. Op naar de finale. Ik heb kaartjes. Lang Leve Louis.

 

 

BRUILOFT

Het is zaterdagmiddag 14-6-14, kwart voor 5. Ik kijk naar mannen en vrouwen tussen de twintig en dertig jaar die geen enkel detail hebben vergeten om er zo mooi mogelijk uit te zien. Twee aan twee schrijden ze door de pergola naast ons. Met mij kijken zo’n honderd mensen vol bewondering naar de modeshow van lange rokken en jurken en fraaie, zwarte kostuums. Onder hen twee nichtjes van mij. Ze mogen zeker niet klagen over de schoonheden die hen zijn toebedeeld, maar deze middag zijn ze getransformeerd tot ware prinsessen.

De donkere, ietwat gezette jongeman die de rij sluit, heeft een dame in lange, hemelsblauwe robe aan zijn arm die de adem doet stokken van alle kijkers. Ze lijkt op Barbara Streisand, zou haar kleindochter kunnen zijn. De mannen zien hoe ongekend mooi een jonge vrouw kan zijn. De vrouwen kijken vol ontzag naar de oogverblindende avondjurk waarbij niet op een paar centavos is gekeken, hoewel de maker kennelijk een stuk stof tekort kwam, want de rug van de diva is volledig bloot.

Ik zit tussen neven en nichten op een geïmproviseerde tribune. We bevinden ons op een kilometer of vijftien van de Nederlandse boerenkolonie Holambra op een soort van landgoed nabij de stad Jaguariuna. Glooiende gazons, mooie oude bomen en een gebouw met zalen erin. We zijn in afwachting van het bruidspaar Klein Gunnewiek-Eijsink. Midden in Brazilië zijn we in afwachting van een bruidspaar met de namen Klein Gunnewiek en Eijsink. Dat lijkt nogal bizar, maar dat is het niet. Veel Achterhoekers zijn in de jaren na de oorlog neergestreken op Holambra en vooral de regio Zieuwent is goed vertegenwoordigd. In het telefoonboek van het stadje vind je de hele rijen namen als Hulshof, Domhof, Wopereis, Nijenhuis, Weijenborg, Stoltenborg, Krabbenborg, Klein Gunnewiek. Mijn oom vertrok vanuit Twente naar Holambra, zodat zich ook de naam Eijsink in Brazilië vestigde. Dus is het niet verwonderlijk dat hier 60 jaar later een echtpaar wordt gesmeed met de namen Klein Gunnewiek en Eijsink.
De bruidegom heet Elvis, zijn bruid is Katya en zij is de dochter van een neef. Zij, haar moeder, haar zussen en schoonzus, haar schoonmoeder en schoonzus zijn al de hele dag op het landgoed aanwezig in het Casa da Noiva, oftewel Huis van de Bruid. Daar zijn ze gemanicuurd, gepedicuurd, gemasseerd en kregen ze de aandacht die nodig is om in topvorm te zijn voor de belangrijke uren die volgen. Katya mocht zelfs gebruik maken van een bad met rozenblaadjes erin. Denk niet dat Elvis en de andere mannen een kijkje mochten nemen in de Casa da Noiva. Mannen mogen er niet in, behalve een fotograaf en een videoman.

De hierboven beschreven parade betrof de opkomst van de getuigen van het bruidspaar. Daarna volgde uiteraard de breed lachende Elvis die aangereden kwam in een prachtig versierde oldtimer en daarna door zijn ouders Frans en Marita door de versierde pergola naar het podium werd gevoerd. Wij applaudisseerden spontaan en deden dat even later nog enthousiaster toen Katya naar voren schreed in haar ivoorkleurige bruidsjurk. Zij werd uiteraard door haar moeder Ietje en vader Arnold begeleid. Vervolgens de ceremonie, het jawoord, de ringen met van beide kanten persoonlijke toespraakjes die ik indrukwekkend vond en dan nog het gruwelijk luxe feest tot een uur of 2.

Bruiloften zijn hier in Brasil weer heel gewoon, maar een trouwerij als die van Elvis en Katya niet. Dat is weggelegd voor nog geen vijf procent van de aanstaande echtparen. Ik had nog uren door kunnen gaan met het beschrijven van de weergaloze happening. Eigenlijk was ik die avond enorm benieuwd naar Italië-Engeland, wilde ook weten of Bjorn Kuipers dit beladen duel goed geleid had, maar niemand kon het me daar vertellen. Ik liet het maar zo.

PS. Nederland wint ook van Australië. Lang leve Louis.