3 | MISTR SVĚTA

We gaan terug naar woensdag 20 augustus 1969. Op het wereldkampioenschap baanwielrennen staat de finale voor amateur stayers op het programma. Dat Cees Stam met zijn gangmaker Joop Stakenburg als favoriet voor de regenboogtrui van start zal gaan, weet iedere wielerfan. Is de 31-jarige Bert Boom uit Enter ook kansrijk? Vergeet het maar. Hij mag blij zijn dat zijn gangmaker Bruno Walrave hem via de herkansingen nog naar de finale heeft weten te loodsen. Sterker nog, Boom mag blij zijn dat hij daar in het Tsjechische Brno op een baanfiets zit. De KNWU wilde hem eigenlijk als assistent-mecanicien meenemen, maar schreef hem – op voorspraak van bondscoach Wierstra – uiteindelijk toch maar in. Wie weet zou hij Stam van dienst kunnen zijn in diens opmars naar het goud.

Kort voor de start van de finale is er nog een incidentje achter de schermen. Boom meldt zich bij mecanicien Jan le Grand. Hij vraagt om enkele schoenspijkertjes voor de plaatjes onder zijn wielerschoenen. “Le Grand was nerveus”, vertelde Boom later. “Hij was druk met Cees Stam en vroeg mij waarom dat zo nodig moest. Ik zei koeltjes: Omdat ik er een paar mis.”

Boom moet wachten. Maar de finale staat op het punt te beginnen. Hij loopt naar de Franse mecanicien, krijgt meteen de spijkertjes en repareert zijn schoenen. Hij lacht bij het ophalen van de herinneringen aan het WK daar in Brno. “Even later zou ik in de finale spijkers met koppen slaan.”

Boom start van kop af, nestelt zich comfortabel achter de rol van Walraves motorfiets en gaat voortvarend over de baan. Stam ligt tweede, krijgt pech, maar is op tijd terug en mag zijn plek achter Boom weer innemen. De opponenten uit het buitenland proberen de onbekende, genadeloze Nederlander te passeren – Peter, De Vleminck, Grab, Spannagel, Di Giovanni of hoe ze ook mogen heten – maar steeds ziet Walrave de mannen komen, versnelt even en slaat de aanval af. Boom versnelt soepeltjes mee, rijdt gefocust rond en blijft alsmaar aan de leiding. “Ik vertrouwde helemaal op Bruno”, zegt Boom na afloop. “Ik voelde me goed, had niks te verliezen en bleef rustig.”

In de slotfase valt Stam zijn landgenoot aan, komt op drie meter van Boom, maar raakt van de rol af. Bert Boom uit Enter is wereldkampioen en rijdt vier ronden lang juichend langs de volle tribunes. “Op de verlichte muur zag ik de woorden mistr světa staan, wereldkampioen in het Tsjechisch. En ineens had ik het benul dat ik iets bijzonders teweeg had gebracht”, glimlacht hij 53 jaar na dato.

Bruno Walrave is door het dolle heen. Hij vertelt aan iedereen dat hij daar in Brno de mooiste dag van zijn leven beleeft. De Telegraaf schrijft de andere dag dat Walrave de vruchten van de rijpe Boom mee mocht plukken. ?

 

De actiefoto hieronder met rechts het duo Stam-Stakenburg en voorop het ongenaakbare duo Boom-Walrave is interessant. Stam en Stakenburg kijken naar rechts, naar de koplopers. Zijn het jaloerse of bange ogen of zijn het blikken vol bewondering. Wat gaat er door hen heen? We kunnen het ook bijna 53 jaar na dato zelf wel invullen.
“Man, man, wat houdt die Boom het goed vol.”
“Potverdorie, gaat die Boom nog een keer kapot of niet.”
Zoiets.
(de foto’s komen uit het archief van Bert Boom)

HAN BRINKCATE RIP

Paar jaar geleden ontmoette ik Han Brinkcate, de natuurman uit Delden die zondag jl naar het hiernamaals is vertrokken. We spraken elkaar voor een interview in het blad Zilver.

Deze dierenvriend van het zuiverste water kon uren naar een boomkikker kan kijken. Hij was verliefd op steenuilen, tapuiten en boompiepers en bevriend met steenmarters, een beest waar de meeste mensen een gruwelijke hekel aan hebben, maar was niettemin gespecialiseerd in het verjagen van deze brutale rover die zich het liefste verstopt onder het dak of de motorkap.
 
Han was een gepassioneerd natuurfotograaf. Toen we bij Het Hoogspel hadden afgesproken, kwam hij rechtstreeks uit het voormalige Needse zwembad alwaar hij uren had zitten wachten op een gunstige pose van een of meer boomkikkers voor zijn gretige fotolens.
 
De passie van Han paste niet bij de manier waarop wij de aarde behandelen. Daar kon hij zich vreselijk over opwinden. “Ik erger me aan de rotzooi die mensen in het bos achterlaten. Blikjes, wikkels van snoepgoed, zakken van McDonalds en ga zo maar door. Ze drukken zo’n blikje vaak in elkaar en gooien het weg”, zei hij. “Wat er intussen allemaal aan stukken metaal en ander afval in de ruimte om de aarde cirkelt, wat er op de aarde zelf aan rotzooi wordt gedumpt. Kijk eens wat ze in Hengelo in die zoutcavernes storten. Je haalt iets uit de grond, je gebruikt of onderzoekt het en laat vervolgens alleen maar rotzooi achter. De mens vernietigt zichzelf”, aldus Han anderhalf jaar geleden.
 
Helaas is deze voortreffelijke en vriendelijke natuurliefhebber veel te jong uit de tijd geraakt. Hij was pas 69 jaar.

KEES STIP

“Matthijs gaat door”, dat weten we. Hij gaat altijd door en dat is aangenaam, want de man maakt goeie televisie. Afgelopen zaterdagavond was Ivo de Wijs te gast in Matthijs’ programma en dat was voor liefhebbers van speelse poëzie een ware animatie. De taalkunstenaar en de programmamaker zelf bleken beiden fan te zijn van het werk van Kees Stip (1913-2001) die oa jarenlang in De Volkskrant onder het pseudoniem Trijntje Fop fraaie dierenversjes schreef. Ook schreef hij teksten voor cabaretier Wim Kan.
Het is niet zo bekend misschien, maar Stip woonde in de jaren zestig, zeventig in het buitengebied van Diepenheim. Hij zocht ruimte en rust en vond dat in zijn huisje op bungalowpark ’t Nieuwe Schelver. In de winter echter gingen hij en zijn echtgenote Katja ook soms naar hun tweede huis in Spanje.
Hij liet zich zelden zien in Diepenheim dat door hem werd beschreven als een rustig dorp met prettige mensen. Eigenlijk had alleen Gerrit Rietman als postkantoorhouder bijna dagelijks contact met hem. ‘Het was een buitengewoon vriendelijke man, maar lange gesprekken hadden we nooit’, vertelde Rietman mij ooit. ‘Daar was de heer Stip de man niet naar.’
In de vroege ochtend wandelde Stip door het bos en langs de weilanden in de omgeving van zijn bungalow. Daar bedacht hij de puntdichten en andere teksten waarmee hij beroemd is geworden.
Bekend is dat hij woedend werd op de jagers die in de herfst op de fazanten in de buurt van zijn huis schoten. Ook zag men hem en Katja soms rondrijden met een mini-pony achterin de auto. In 1979 verhuisde het echtpaar naar Sellingen in Groningen.
Verschillende Twentse plaatsen kwamen voor in Stips dierenversjes voor de Volkskrant. Over Twente als regio schreef hij weinig. Wel maakte hij een sfeervol vers over midwinterhoornblazen. “Omdat ik die tonen zo droevig vond klinken”, vertelde hij.
Diepenheim kwam slechts één keer voor in zijn dierenversjes.
Daar komt ie.
Op een haasje
Te Diepenheim had laatst een haasje
Te diep gekeken in het glaasje
Hij dronk er daarna in De Steeg
Nog drie tot op de bodem leeg
Want onder in zo’n glaasje heb je

een groot geroep van haasje rep je.

Hieronder nog een paar verzen van de dichter, waaronder het gedicht over het midwinterhoornblazen. Van harte aanbevolen!

2 | DDR-VROUWEN

In augustus 1962 kreeg Bert Boom een uitnodiging om met de Nederlandse ploeg deel te nemen aan de Ronde van Oost-Duitsland. Leen Jansen was de ploegleider; Anton Rutte, Werner Swanefeld, Cees Lute en streekgenoot Wim Dieperink waren zijn ploeggenoten.
“Bekende DDR-renners als Klaus Ampler, meervoudig wereldkampioen Gustav-Adolf Schur en Bernard Eckstein waren onze opponenten en dan weet je genoeg”, zegt Boom.
Eén herinnering aan deze ronde komt bovendrijven in het rijkelijk gevulde geheugen van Bert.
“Als we door de steden en dorpen reden, stonden er rijen enthousiaste toeschouwers langs de weg. Dat waren voornamelijk scholieren en personeelsleden van fabrieken. Die kregen opdracht de passerende renners toe te juichen. Na de finish moesten we naar een fabriekskantine voor de warme maaltijd. Die waren elke keer heel goed verzorgd. De dames die ons bedienden zagen er eveneens prachtig uit. Moderne kleding, in één woord keurig. Maar op een dag had ik per ongeluk in zo’n kantine mijn tas laten liggen. Ik ging terug naar de betreffende fabriek en kwam dezelfde meiden tegen. Ze waren gehuld in dikke overalls en andere werkkleding en waren gewoon in de fabriek aan het werk.”
Ampler won de ronde van de DDR, Lute maakte in een goede indruk en werd zesde. Boom en Dieperink haalden het eindklassement niet. “Ik moest de strijd staken. In één woord: Moe!!!!”
Hij voegt eraan toe: “Lek gereden op het verkeerde moment. Wim en ik hadden op die dag veel pech op het verkeerde moment.”

Op de foto het rennersveld uit de DDR-ronde met ergens in het midden Bert Boom.

TWIJFEL

Rutte 4 kan van start gegaan. De koning heeft het 20-koppige gezelschap ministers + een aantal staatssecretarissen beëdigd. “Hè, hè, eindelijk”, verzuchtten 17 miljoen landgenoten.

Nu gaat het gebeuren. Raar eigenlijk, liefst 20 ministers. Sommigen hebben één opdracht en zijn dus eigenlijk staatssecretaris. Een minister voor mijnbouw, voor armoede, voor natuur en stikstof, voor langdurige zorg en sport. Waarom krijgen die het predicaat minister? Weet iemand dat? Had de eerste bezuiniging kunnen zijn…

Rutte predikt nieuw elan en formeerde deze nieuwe ploeg. We geven ze uiteraard het voordeel van de twijfel. Maar heeft u veel fiducie in deze groep? Onbekende namen en bekenden uit het vorige kabinet of uit de kamer. Mensen met veel expertise op een bepaald terrein, werden door Rutte naar een voor hen onbekend werkveld gedirigeerd. Rutte heeft in al die jaren steeds weer bewezen dat hij de intelligentie mist om de juiste man | vrouw op de juiste plek te zetten. Op alle ministeries waar hij bij de start van Rutte 3 een VVD’er posteerde, zat aan de finish een ander. Dan weet je genoeg.
Ik hou derhalve op deze eerste dag mijn hart vast. Rutte schoof en schoof en schoof met zijn pionnen en zo kon het gebeuren dat deskundige ministers op een plek zitten waarvoor ze geen ervaring hebben en andersom. Zet ze op de plek waar ze zich vanuit hun specialiteit op hun plaats voelen. Hoe logisch is dat? Pieter Omtzigt zei het al, geen enkele topcoach maakt opeens van de keeper een spits en van de rechtsbuiten een linksback.
Niettemin is er nieuw elan. Vooruit met de geit dan maar. Loat goan…

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN

Ben je al benaderd? Hebben ze jou al gevraagd? Mij wel, twee keer al. Of ik op de lijst wil. Voor de gemeenteraad. Kennissen van mij zijn ook gebeld. Als het op 16 maart zover is, stemt de ene helft van Nederland weer op de andere helft (wie zei dat ook weer).
Hengelo krijgt op de valreep nog twee nieuwe partijen.
Vermakelijk zijn ook de namen van nieuwe plaatselijke partijen. In Hengelo krijgen we R3 (staat voor Realisme, Respect, Rechtvaardigheid) van Jan Huiskes, vroeger een zeer goede zaalvoetballer, maar of hij ……
De van ProHengelo afgedreven Herbert Capelle is nog mensen aan het werven voor zijn nieuwe partij.
In Almelo heeft bijna ieder raadslid een eigen partijtje. Benieuwd wat daar nu weer uit de hoge hoeden komt.
In Dinkelland is de partij Progressief Dinkelland ontstaan die meteen gokt op 5 zetels. In Hof van Twente komt In Beweging als nieuwe naam op de lijst van partijen.
De vraag is natuurlijk of dat geleur om namen op de lijst wel goede raadsleden oplevert. Waarschijnlijk komt het niet ten goede aan het niveau van de gemeenteraden, dat sowieso al veel te laag is. Weinig creativiteit; weinig plannen waar de stad of gemeente iets aan heeft; slechts één stokpaardje berijdend; niet beseffend dat ze als raadslid tot het belangrijkste orgaan van de gemeente behoren.
Een consistente partij is al meer dan vier jaar bezig met het scouten en opleiden van potentiële raadsleden. Ze zorgen voor een goede mix van jong en oud, mannen én vrouwen met allerlei kwaliteiten en competenties.
Als je een nieuwe partij wilt beginnen, ga je nu je ideeën spuien onder potentiële medestanders voor de verkiezingen van 2026 en 2030 en zoek je vooral ook jongeren die interesse hebben. Want ik zie ook veel lijsten voor de komende verkiezingen met een gemiddelde leeftijd van over de veertig, vijfenveertig, vijftig.
Ja, ik hou mijn hart vast…

 

1 | DANKZIJ MASSIE

Vijfenveertig jaar na zijn wereldtitel in Sankt Johann plaatsen we in 2022 elke vrijdag een voorval, anekdote, (on)belangrijk feit uit het gevarieerde leven van tweevoudig wereldkampioen Bert Boom (83) uit Enter.

Alles heeft een begin. Zo ook de wielerloopbaan van Bert die opgroeide in de buurtschap Herike. Op een dag wilde jeugdvriend Massie Zandjans uit het naburige Stokkum meedoen aan de Ronde van Neede voor gewone fietsen. De 16-jarige Bertus (zoals hij destijds heette), ging mee.
In Neede aangekomen zei de even oude Massie: “Doe toch mee, jij kunt best een stukje meejakkeren op die fiets van jou.”
“Ik heb geen geld”, zei Bertus.
Zoals het een echte vriend betaamt, betaalde Massie van zijn zakgeld het inschrijfgeld.

Na het startschot ging Bertus er meteen als een bezetene vandoor en won de wedstrijd. Hij had de bel voor de laatste ronde wel gehoord, maar wist niet dat je daarna nog slechts één keer rond moest. Derhalve dwongen de organisatoren hem aan de finish met veel lawaai en armgebaren te stoppen.
“Ik remde en gooide midden in een plas water mijn achterwiel opzij, zoals een motorcrosser dat ook zo mooi doet als hij door een bocht racet. Een agent zat compleet onder de natte spetters, een paar juryleden hadden een natte broek”, lacht Bert met zijn bekende pretogen bij de herinnering aan zijn eerste koers annex overwinning.

“Ze riepen me terug via de speakers. Ik dacht dat ik op mijn donder zou krijgen, maar werd gehuldigd voor mijn overwinning.” Het leverde hem een medaille op. Massie, die tegenwoordig in Goor woont, kende een bescheiden wielerloopbaan. Bertus daarentegen begon daar in Neede aan een carrière met talloze successen.

TOON DE DICHTER

De tweede helft van feestmaand december staat in de familie ook altijd in het teken van onze buitengewoon sympathieke vader Toon. De zeventiende december stonden we stil bij alweer zijn veertigste sterfdag. Hij stierf in 1981 aan longkanker en werd slechts 66 jaar. Bijna haalde hij zijn 67e verjaardag, want hij was de 27ste december jarig.
Dat mijn vader ook een poëet was, wisten we niet. Mijn nicht Margot stuurde mij een gedicht dat hij lang geleden met zijn vage handschrift in haar poesiealbum had geschreven. Prachtig!

OPGELICHT

Tja, ik kan er niks aan doen, maar ik moest even aan mezelf denken, bij het lezen van dit artikeltje. Het moet een jaar of vijftien geleden zijn dat op een avond toen het al tweedonkerde, de bel ging. Ik naar de voordeur. Er stond een man van een jaar of 35 met een beteuterd gezicht. Hij zei dat zijn auto om de hoek stond en dat hij geen benzine meer had en dat hij zijn portemonnee niet bij zich had en dat daar ook zijn pinpas in zat.
Of ik hem een tientje kon lenen. Hij zou het morgen terugbrengen, zei hij.
Ik gaf hem een tientje. Inderdaad, hij moet nog steeds terugkomen.
Mijn kinderen en echtgenote liggen af en toe nog dubbel om mijn goede daad van toen….

HERACLES WINT WEER

Mooie overwinning van Heracles gisteravond. FC Groningen kwam met een 4-2 nederlaag nog ‘goed’ weg. Het werd tijd, want de Almeloërs waren ten prooi gevallen aan vraatzuchtige pechvogels.
Heracles is van de twee Twentse eredivisionisten de kleinere club. Er is qua jeugdbeleid sprake van samenwerking met FC Twente, maar voor het overige zijn het concurrenten. De FC is groter, hanteert een begroting die eens zo groot is, heeft ook fanclubs en/of talloze aanhangers in de dorpen rondom Almelo. Daarom is het knap dat Heracles als een soort enclave met een adequaat beleid al vele jaren een goede eredivisionist is. Ze eindigen meestal in de middenmoot, ruiken soms aan Europees voetbal en hebben ook de prettige gewoonte om jaarlijks een of meer ploegen uit de top3 te kloppen.
Ik kwam voor de media waarvoor ik gewerkt heb, altijd graag bij Heracles, omdat er normale mensen werken; op het veld en op kantoor. Dat scheelt. Nu ik niet meer in de actuele journalistiek werkzaam ben, volg ik Heracles nog altijd op de voet. Daarom vond ik het prettig om gisteren aan het eind van Studio Eredivisie de verrassende 4-2 zege te mogen ervaren.
Oprukken naar veilige plaatsen in de eredivisie, dat is het devies. Graag geef ik een tip. Haal in de winterstop een verloren zoon terug, genaamd Oussama Tannane (foto). Prachtige speler, moeilijke jongen. Vond destijds bij Heracles de weg omhoog. Nu hij uitgebraakt is door Vitesse, zou hij bij Heracles op herhaling kunnen gaan, denk ik. Tannane als vervanger van een van de zwaar geblesseerden. Niet gek toch. Zie maar.