KEES STIP

“Matthijs gaat door”, dat weten we. Hij gaat altijd door en dat is aangenaam, want de man maakt goeie televisie. Afgelopen zaterdagavond was Ivo de Wijs te gast in Matthijs’ programma en dat was voor liefhebbers van speelse poëzie een ware animatie. De taalkunstenaar en de programmamaker zelf bleken beiden fan te zijn van het werk van Kees Stip (1913-2001) die oa jarenlang in De Volkskrant onder het pseudoniem Trijntje Fop fraaie dierenversjes schreef. Ook schreef hij teksten voor cabaretier Wim Kan.
Het is niet zo bekend misschien, maar Stip woonde in de jaren zestig, zeventig in het buitengebied van Diepenheim. Hij zocht ruimte en rust en vond dat in zijn huisje op bungalowpark ’t Nieuwe Schelver. In de winter echter gingen hij en zijn echtgenote Katja ook soms naar hun tweede huis in Spanje.
Hij liet zich zelden zien in Diepenheim dat door hem werd beschreven als een rustig dorp met prettige mensen. Eigenlijk had alleen Gerrit Rietman als postkantoorhouder bijna dagelijks contact met hem. ‘Het was een buitengewoon vriendelijke man, maar lange gesprekken hadden we nooit’, vertelde Rietman mij ooit. ‘Daar was de heer Stip de man niet naar.’
In de vroege ochtend wandelde Stip door het bos en langs de weilanden in de omgeving van zijn bungalow. Daar bedacht hij de puntdichten en andere teksten waarmee hij beroemd is geworden.
Bekend is dat hij woedend werd op de jagers die in de herfst op de fazanten in de buurt van zijn huis schoten. Ook zag men hem en Katja soms rondrijden met een mini-pony achterin de auto. In 1979 verhuisde het echtpaar naar Sellingen in Groningen.
Verschillende Twentse plaatsen kwamen voor in Stips dierenversjes voor de Volkskrant. Over Twente als regio schreef hij weinig. Wel maakte hij een sfeervol vers over midwinterhoornblazen. “Omdat ik die tonen zo droevig vond klinken”, vertelde hij.
Diepenheim kwam slechts één keer voor in zijn dierenversjes.
Daar komt ie.
Op een haasje
Te Diepenheim had laatst een haasje
Te diep gekeken in het glaasje
Hij dronk er daarna in De Steeg
Nog drie tot op de bodem leeg
Want onder in zo’n glaasje heb je

een groot geroep van haasje rep je.

Hieronder nog een paar verzen van de dichter, waaronder het gedicht over het midwinterhoornblazen. Van harte aanbevolen!