2 | DDR-VROUWEN

In augustus 1962 kreeg Bert Boom een uitnodiging om met de Nederlandse ploeg deel te nemen aan de Ronde van Oost-Duitsland. Leen Jansen was de ploegleider; Anton Rutte, Werner Swanefeld, Cees Lute en streekgenoot Wim Dieperink waren zijn ploeggenoten.
“Bekende DDR-renners als Klaus Ampler, meervoudig wereldkampioen Gustav-Adolf Schur en Bernard Eckstein waren onze opponenten en dan weet je genoeg”, zegt Boom.
Eén herinnering aan deze ronde komt bovendrijven in het rijkelijk gevulde geheugen van Bert.
“Als we door de steden en dorpen reden, stonden er rijen enthousiaste toeschouwers langs de weg. Dat waren voornamelijk scholieren en personeelsleden van fabrieken. Die kregen opdracht de passerende renners toe te juichen. Na de finish moesten we naar een fabriekskantine voor de warme maaltijd. Die waren elke keer heel goed verzorgd. De dames die ons bedienden zagen er eveneens prachtig uit. Moderne kleding, in één woord keurig. Maar op een dag had ik per ongeluk in zo’n kantine mijn tas laten liggen. Ik ging terug naar de betreffende fabriek en kwam dezelfde meiden tegen. Ze waren gehuld in dikke overalls en andere werkkleding en waren gewoon in de fabriek aan het werk.”
Ampler won de ronde van de DDR, Lute maakte in een goede indruk en werd zesde. Boom en Dieperink haalden het eindklassement niet. “Ik moest de strijd staken. In één woord: Moe!!!!”
Hij voegt eraan toe: “Lek gereden op het verkeerde moment. Wim en ik hadden op die dag veel pech op het verkeerde moment.”

Op de foto het rennersveld uit de DDR-ronde met ergens in het midden Bert Boom.

1 | DANKZIJ MASSIE

Vijfenveertig jaar na zijn wereldtitel in Sankt Johann plaatsen we in 2022 elke vrijdag een voorval, anekdote, (on)belangrijk feit uit het gevarieerde leven van tweevoudig wereldkampioen Bert Boom (83) uit Enter.

Alles heeft een begin. Zo ook de wielerloopbaan van Bert die opgroeide in de buurtschap Herike. Op een dag wilde jeugdvriend Massie Zandjans uit het naburige Stokkum meedoen aan de Ronde van Neede voor gewone fietsen. De 16-jarige Bertus (zoals hij destijds heette), ging mee.
In Neede aangekomen zei de even oude Massie: “Doe toch mee, jij kunt best een stukje meejakkeren op die fiets van jou.”
“Ik heb geen geld”, zei Bertus.
Zoals het een echte vriend betaamt, betaalde Massie van zijn zakgeld het inschrijfgeld.

Na het startschot ging Bertus er meteen als een bezetene vandoor en won de wedstrijd. Hij had de bel voor de laatste ronde wel gehoord, maar wist niet dat je daarna nog slechts één keer rond moest. Derhalve dwongen de organisatoren hem aan de finish met veel lawaai en armgebaren te stoppen.
“Ik remde en gooide midden in een plas water mijn achterwiel opzij, zoals een motorcrosser dat ook zo mooi doet als hij door een bocht racet. Een agent zat compleet onder de natte spetters, een paar juryleden hadden een natte broek”, lacht Bert met zijn bekende pretogen bij de herinnering aan zijn eerste koers annex overwinning.

“Ze riepen me terug via de speakers. Ik dacht dat ik op mijn donder zou krijgen, maar werd gehuldigd voor mijn overwinning.” Het leverde hem een medaille op. Massie, die tegenwoordig in Goor woont, kende een bescheiden wielerloopbaan. Bertus daarentegen begon daar in Neede aan een carrière met talloze successen.