TUSSENTIJDS

In de tussentijdse transferperiode slaan clubs altijd als een gek aan het shoppen. Redden wat er te redden valt. Topclubs met 30 spelers op de loonlijst hebben volgens de hoofdtrainer toch nog een hiaatje, willen de selectie nog wat minutieuzer finetunen en gooien nog even wat miljoenen in de richting van een club waar ze dezelfde speler kunnen missen als kiespijn, want mislukt. De zaakwaarnemer annex handelsreiziger lacht zich kapot.
Clubs in nood doen hetzelfde. Ineens is er nog een bedrag beschikbaar, dus moet zsm de falende keeper vervangen worden of moet de productie van de aanval worden opgevijzeld door een spits aan te werven die op zijn beurt bij de club waar hij vertrekt geen deuk in een pakje boter schopte.
Al met al moet er sowieso nog bij vermeld worden dat dit gedoe halverwege het seizoen als zuivere competitievervalsing aangemerkt moet worden.
Hier in Twente en omstreken schoten talloze voetballiefhebbers in de lach toen ze lazen dat Jayden Oosterwolde (foto/FC) en Delano Burgzorg (Heracles) promotie maakten door hun respectievelijke overstap naar Parma en Mainz, naar Serie B en Bundesliga. De transfers leveren miljoenen op, zo werd erbij vermeld. Niet alleen de fans van beide clubs lagen onder de tafel, ook de zaakwaarnemers van beide mannen, alsmede de penningmeesters van de FC en Heracles.
Oosterwolde heeft in het lopende seizoen vrijwel alle ballen aan de tegenstander geschonken. Maar nog steeds wordt met respect gesproken over de slotfase van het bekerduel tegen Feyenoord toen de lange Zwollenaar zich voor een zeer kansrijke bal van Nelson gooide, waardoor de FC de volgende ronde bereikte. Bij Parma hebben ze die actie tig keer bekeken en vervolgens de miljoenen klaargelegd voor de kas van de eredivisionist uit Enschede/Hengelo.
Burgzorg is de prachtige atleet die na een rush in de richting van het vijandelijke doel meestal nog even een blinddoek voordeed, waardoor hij de vrijstaande medespeler niet zag. Hij speelde 57 wedstrijden voor Heracles, waarin hij elf doelpunten maakte. “Die moeten we hebben”, zeiden ze bij Mainz. Op het Asito Erf werd eindelijk weer eens gelachen.