29 | RITSELAAR

Vissers was een ritselaar. Hij had geen beste naam in de wielerwereld. Bert zou het merken. “Toen na een week de meeste renners afgestapt waren, moest ik ook naar huis. Vissers had nog een mecanicien, een zekere De Vries, meegenomen en dat was een vriend van hem. Die zou het overgebleven kwartet verzorgen. Ik mocht gaan. Daar stond ik ergens in het zuiden van Frankrijk”, weet Bert nog goed. “Er was een mecanicien over en degene die moest vertrekken, was ik.”
Vreemd is het wel, dat zo’n ploegleider met een zwakke equipe de Tour wil rijden. “Dat snap ik ook nog steeds niet”, zegt Bert. “Ik zag al snel dat die mannen niet geschikt waren voor het zware werk.”
Hij legt uit hoe ze moesten werken. “Tegenwoordig hebben die ploegen een grote bus en nog wat ondersteunende auto’s plus een batterij aan medewerkers. Ze slapen en eten in grote, goede hotels. Wij waren blij met een waterkraan om de fietsen schoon te kunnen maken. Daarna moesten we nog eten. Dan was het al middernacht. Het was zwaar, omdat we provisorisch moesten werken.”
De Spanjaard Ocana won de Tour, Joop Zoetemelk werd vierde. De beste man van CanadaDry-Gazelle was Herculano Oliveira. Hij eindigde als 45ste. Maar toen was Bert allang weer thuis.