MANFRED

Leuk avondje gisteren in de Veste. Winnen van AZ is geen kattenpis. Het lijkt er waarachtig op dat FC Twente in de laatste serie wedstrijden van dit seizoen nog een gooi gaat doen naar de bovenste vier plaatsen van de eredivisie. Dat kan, als iedereen gefocust blijft. Wel jammer dat niet iedereen fit is. Je hebt tijdens zo’n eindsprint de sterkste ploeg nodig. Mannen als Brama, Sadilek en Kjølø worden node gemist, hoewel Salah-Eddine een goede stand-in bleek te zijn. Hij is snel en technisch. Ook kan de huurling van Ajax van afstand hard schieten, zo zagen we gisteravond en dat is een zeldzaamheid in het huidige team van de FC.

De eerste helft was prachtig. Toen je nog zat te bekijken hoe de hazen zoal liepen, was daar ineens de opgebloeide Brenet die Manfred Ugalde bediende. 1-0. En even later deed de ontketende Černý hetzelfde. Manfred kopte andermaal raak. 2-0.
Ik moest denken aan al de keren dat ik verkondigd had dat Manfred uit Costa Rica een miskoop was of liever gezegd een mishuur, want hij is geen eigendom van de FC. Hij was immers zelden gevaarlijk. De kleine man viel in en maakte niks klaar, hij startte in de basis en maakte niks klaar. Kortom: gezakt voor het examen, op naar De Graafschap of MVV. De bondscoach van zijn land en hij waren niet meer on speaking terms, las ik, en ik dacht: nou en. Wat moet die bondscoach met die kleine midvoor die net niet het vereiste niveau heeft?
En dan ineens stond de echte Manfred Ugalde (foto) op. Hij scoorde in korte tijd al vijf keer, heeft een basisplaats. Het zelfvertrouwen groeide met de week. Ik moet snel mijn oordelen terugnemen, daar was ik wel achter. Hoe oud is dat manneke eigenlijk, dacht ik. Hij is dus pas 20. Tjonge. Dat komt vanuit Midden-Amerika naar Europa, FC Twente huurt hem in 2021, maar het is dan eigenlijk nog een junior, een stagiaire die de taal niet kent en ga zo maar door. Manfred hield vol, trainde hard, bleef positief en zie, daar is hij dan. Hoe mooi is dat? Petje af. Jammer dat hij nu weer even buitenspel staat wegens een knieblessure.
Al met al een mooi dagje gisteren met een spetterende klassieker, met mijn clubje WVV’34 dat in 3A de koploper klopte en dan als prettige climax de winst van de FC op AZ. Benieuwd of een echte aanval op de top4 er nog inzit.
Overigens, kennissen van mij gingen gisteravond niet, want ze moeten op zondagavond vroeg de koffer in, omdat ze elke maandagochtend al om 6 uur op pad gaan. Dan begint hun werkweek. De KNVB moet stoppen met die zondagavonden. Maar dat terzijde.

VADER

Weet je het al, vroeg men mij op een verjaardagsvisite. Voor welke naam zet jij aanstaande woensdag een rode stip?

Ik weet het bijna zeker, zei ik.

Absoluut geen BBB. Ik stem nooit op nieuwkomers, die als een speer het hele land veroveren. Ze vallen net zo hard weer uit elkaar als ze serieus aan het werk moeten in de politiek. Voorbeelden hoef ik niet te geven.
Ik neig naar de linkse wolk. Het wordt tijd voor andere geluiden, meningen, beleidsmakers. Weg met de wegkijkers en weglachers.

Maar het zijn verkiezingen voor de Provinciale Staten, vergeet dat niet.

En daarom neig ik ook weer naar het CDA. Om persoonlijke redenen. Want twee of drie periodes was mijn vader Toon in de eindjaren zestig / jaren zeventig lid van de Staten. Hij vertegenwoordigde de KVP, een der voorlopers van het CDA. De landbouwsector en de ruimtelijke ordening waren in de Staten zijn domein. Voor de KVP en later CDA was hij ook raadslid en wethouder van de gemeente Diepenheim. Vader was een zeer ijverig raads- en statenlid, breidde zich altijd consciëntieus voor, belde met instanties en als het nodig was, ontving hij mensen of ging hij ter plekke kijken en overleggen.

De KVP was hem dierbaar. Hij ging ook altijd naar de grote partijbijeenkomsten. Toen Piet de Jong minister-president was, vroeg hij of ik mee wilde naar zo’n happening. Dat wilde ik wel. Het was in de Leeren Lampe in Raalte. De zaal zat vol. We zaten ergens achterin toen de premier binnenkwam. Iedereen vloog in de benen. Mijn vader ook, dus ik eveneens. Onder een daverend applaus liep de kleine leider naar zijn plaats op de voorste rij. Daar zaten oa ook de ministers Veringa en Marga Klompé. Mijn vader klapte zijn handen stuk. Ik keek mijn ogen uit. Er waren toespraken en tijdens de lunch netwerkte hij wat. Hij was betrokken, maar was in die kringen wel een kleine jongen. Dat zag ik ook. Hij wees me collega-statenleden aan en sprak kort met enkelen van hen. De sfeer was aangenaam, amicaal. Ik merkte ook dat mijn vader heel goed lag bij al die partijgenoten van hem. Daar genoot ik extra van en ook van de ambiance en motivatie van al die bekende en minder bekende politici.

Daarom stemde ik bij provinciale verkiezingen altijd op het CDA. Als een hommage aan wijlen mijn toegewijde vader Toon. De kans is groot dat ik dat woensdag ook weer doe.

EDISONS

De uitreiking van de Edisons gaat weer plaatsvinden. Niet dat mij dat enorm interesseert, maar er viel me iets op. Het is net als met sportverkiezingen. Sommigen vinden de prestaties van Irene Schouten beter dan die van AM vVleuten. Dat heb je ook met Edisons. Ik vind Kensington niet om aan te horen. Soort carnavalsmuziek. Antoon ken ik niet. Di-Rect kan ik heel goed pruimen en zo ga je door.

Maar wat me opviel (zie het lijstje) en wat ik niet snap:
Categorie Hollands: Mart Hoogkamer.
Categorie Nederlandstalig: S10 …..
Wat is het verschil tussen Hollands en Nederlandstalig? Dat is toch raar. Is Hollands voor artiesten uit Noord- en Zuid-Holland? Dat denk ik. Maar waarom hebben we dan geen categorie Twents, Limburgs, Zeeuws en Fries etc? Is Hollands voor de artiesten van een zekere soortgroep? Mart Hoogkamer, Jannes, Frans Duits, Tino Martin, dat werk. Mannen van de kermis podia. Mannen/vrouwen waarvan de muziekliefhebbers met geoefende oren geen enkel nummer kunnen opnoemen of spontaan neuriën. En zijn de Nederlandstaligen degenen die met zorg een tekst schrijven met een dubbele strekking, met een dieper verhaal? Zeg het maar. Ik snap het niet.

KRUISPUNT

FC Twente bevindt zich op een kruispunt. Dat schreef collega Leon vanochtend in de TCTub vanwege de 3-1 uit-nederlaag tegen PSV. Klampt de FC nog aan bij de top 4 of is de vrije val ingezet? Dat is de vraag. Wat gaat er gebeuren? Ik ben sowieso benieuwd, maar heb tegenwoordig ook nog eens een jaarkaart. Van de elf wedstrijden die de FC nog voor de boeg heeft, vinden er zes in de Veste plaats. Dat is een voordeeltje. Hopen we.

Steve McClaren zei ooit dat het de kunst is om tien wedstrijden voor het einde van het seizoen klaar te zijn voor de eindsprint. Dan weet je welke elf spelers het beste elftal vormen en dan moet je zorgen dat die elf in topvorm zijn. Geen schorsingen, geen blessures, louter spelers die er helemaal klaar voor zijn om dat gevecht aan te gaan om er alles uit te halen wat erin zit. Dat is goed voor de trouwe en minder trouwe fans, dat is goed voor de club, dat is goed voor de spanning in de competitie en niet in de laatste plaats heeft elke speler en trainer daar ook persoonlijk belang bij.
Als je dan stoïcijns en gefocust (bijna) alle beschikbare punten binnenhaalt, kom je uit bij een plek in de top 3.

Om het huidige elftal even te schouwen. Natuurlijk willen die jongens zo hoog mogelijk eindigen. Sommigen willen naar een andere club, willen hogerop, willen meer verdienen. Dus moeten ze zich laten zien. De overblijvers moeten zich ook laten zien, want binnenkort is de naam van de nieuwe trainer bekend en die zal de gelegenheid aangrijpen om de manschappen te monsteren.

Zitten de mannen dicht tegen hun topvorm aan? Hoe zit het bij hen boven de wenkbrauwen? Kan de stelling van McClaren met nog elf wedstrijden voor de boeg, meteen van start gaan?
Nee, want Sadilek is geblesseerd. En de elf van gisteren? Afgaande op de wedstrijd tegen PSV is Unnerstal oké. Misidjan ook. Hilgers, Pröpper, Brenet en Smal waren gisteren zeer matig. Salah Eddine ook. Zerrouki speelde redelijk, maar is zaterdag geschorst. Hij is klaar voor de laatste tien partijtjes, ga daar maar van uit. Vlap worstelt en worstelt, maar komt nog niet boven. Van Wolfswinkel was er wel gisteren, maar niemand heeft hem gezien. Černý is een avonturier, die moet een beetje geluk hebben. Ik mag Kjølø graag zien, maar hij is geblesseerd. En hoe jammer, ook Brama is geblesseerd. Hij komt nog uit de tijd van McClaren. Jammer dat hij de ploeg juist nu – op het kruispunt waarop de FC staat -, niet bij de hand kan nemen bij het kiezen van de juiste afslag.

Krijgen Jans (foto) en de zijnen de ploeg weer aan de praat na twee nederlagen? Laten we het hopen. Eerst aanstaande zaterdagavond in de Veste maar eens zien hoe het ervoor staat. Dan komt het wisselvallige Heerenveen op bezoek, dat van de laatste vijf wedstrijden er vier verloor en dat net als de FC een hekel heeft aan uitwedstrijden.

“JE WERKTE JE WARM”

Elke dag fiets ik erlangs, langs die indrukwekkende fabrieksgebouwen van Stork en daarna Siemens. Het meer dan vier hectare grote terrein heeft geen bestemming meer. De gemeente Hengelo is samen met aannemer Trebbe op zoek naar ideeën. Gisteren kon je binnen een kijkje nemen. Hoewel bijna overal roodwitte afscheidingslinten hingen, vond ik het interessant.

Ik liep een hal binnen. De overkant was nauwelijks zichtbaar, zo lang was die hal. De geur van ijzer en staal hing er nog steeds. Ik rook het zweet van al die Storkianen die hier bouwden aan machines die soms van immense omvang waren.
Naast me stond een permanent glimlachende leeftijdgenoot ook te kijken.
“U heeft hier gewerkt?” vroeg ik.
“Veertig jaar”, antwoordde hij trots in het Hengelose Twents.
“Was het toen ook zo koud in deze hal?”
“Ja. Maar je werkte je warm en anders zetten de lassers van die grote branders aan. Dat hielp.”
Hij wees me op de lange, groene baan waarover je ivm de veiligheid per se moest lopen en waarover ook de heftrucks van voren naar achter reden. Hij wees me op de plek waar gelast werd, de plek waar een soort röntgenfoto’s gemaakt werden, de serviceruimte en andere werkplekken.
“U heeft goeie zin. Ik neem aan dat u hier met veel plezier gewerkt hebt”, zei ik.

“Veertig jaar heb ik hier heel prettig gewerkt. Elke dag. We hadden elke dag lol. Ja, natuurlijk werd er onderling ook wel eens gemosterd. Vooral als het druk was.” Hij wees naar achteren. “En soms belden we de kantine en bestelden we warm eten, zodat we daarna nog een tijdje konden doorwerken. Want dan moest zo’n machine die dag nog klaar zijn.”

“Waren de grote bazen streng?”
Hij lachte weer. “Nee, helemaal niet. Neem Colin Pearson, een van de directeuren die ik heb gehad. Die kwam elke vrijdagmiddag hier in de hal om een praatje te maken of om een compliment uit te delen. Je proefde bij de mensen van de directie de waardering voor je werk.”

Hij keek nog eens rond en wees naar links. “Jammer dat we niet in die hal mogen kijken. Die is 28 meter hoog, 28 meter. Daar werden dieselmotoren gemaakt die er nauwelijks in konden, zo groot. Zoals de Hotlo. Heb je daar wel eens van gehoord? Die kon er maar net in. Ik dacht vaak, wat moet je met die grote, hoge hal als je daar geen werk meer voor hebt.”

En die laatste gedachte van de vriendelijke Storkiaan is de vraag van de gemeente en van Trebbe aan ons inwoners. Wat kunnen we nog met die hal en met al die andere hallen? Trebbe zal denk ik zeggen: we maken appartementen erin. De Hengeloërs mogen ideeën spuien, plannen indienen. Ik zou het zo gauw niet weten. Maar wel was het mooi dat ik even binnen mocht kijken.

LEEGLOOP

Soms vertrekt ineens het halve elftal en dan spreek je van een leegloop. Bij FC Twente gebeurt het in de leiding. Bijna iedereen die bij de huidige nummer 5 een vinger in de pap heeft, heeft aangegeven te zullen stoppen. Twee directieleden en de hoofdcoach geven het stokje door aan hun opvolger, maar wie zijn dat? Het bestuur oftewel de Raad van Commissarissen staat voor een grote klus. De club is in de running, is op de terugweg naar de vaderlandse top en heeft derhalve een goede directeur nodig en dat geldt ook voor de technische baas en de hoofdtrainer.

De FC wordt geleid door twee zeventigers (vdKraan en Streuer) en een gevorderde zestiger (Jans). Zij vertrekken en worden vervangen. Ik zeg: verjongen. En behoorlijk ook.

Arnold Bruggink (foto) is de man voor de technische leiding, zo lees en hoor ik overal. Prima, maar de sympathieke oud-speler en inwoner van Enschede is nog onervaren in dat vak. Hij weet alles van voetbal, maar leiding geven heeft hij niet eerder gedaan. Voetballers in- en verkopen ook niet. Een beleid voeren bij een profclub ook niet. Waarom wil ik die speler er wel bij hebben en die andere niet. Waarom wil ik per se die assistent-trainer aan de staf toevoegen? Dat soort keuzes vereist een soort intelligentie. Die heb je of die heb je niet. Jan Streuer heeft er slag van, dat is gebleken. Bruggink zegt zelf, dat hij aanvankelijk nog samen met Streuer wil optrekken. Anders duikt hij het diepe en gaat hij misschien kopje onder. Dat lijkt me een goeie gedachte. Smeer stroop om Streuers mond en geef hem nog een contract voor een of twee jaar. De FC (en Bruggink) hebben hem nog nodig. Want ook het huidige elftal kan over een paar maanden een leegloop meemaken.

De klus om een algemeen directeur te vinden wordt door de RvC uitbesteed. Dat is tricky. Dat is al vaker verkeerd afgelopen. Hebben we hier in de regio niemand die dat kan? Ik denk het wel. Neem een jonge man/vrouw die goed geschoold is en die gevoetbald heeft. Machtig mooie job. Jullie van de RvC hadden er allang een moeten hebben, want jullie weten al meer dan een jaar dat vdKraan weg wil. Je had allang een paar kandidaten gescout moeten hebben. Zoals een goede technisch manager al weet welke keeper of spits hij wil als de huidige vertrekt, hadden jullie er allang een directeur op de korrel moeten hebben. Dat hoort bij je taak als bestuurder.

Tenslotte de belangrijkste van allemaal. De hoofdtrainer. Peter Bosz is al genoemd, zag ik. Ik maakte hem van nabij mee bij Heracles en zeg: als hij wil, doe het meteen. Zeer goede kandidaat. Mag wat kosten.
Anders zou ik kiezen voor een jonge trainer. De wereld van de topsport is aan het veranderen. Data, nieuwe trainingsmethoden, andere kijk op voetbal en alles wat er tegenwoordig aan vastzit, daar heb je een veel jongere trainer voor nodig. Die trend zie je in Europa bij verschillende clubs. De topsport verandert, het topvoetbal verandert. Daar past niet zomaar een oud-voetballer bij die als vanzelf trainer is geworden. Dat vereist een breder opgeleide voetbalman.
Dat wou ik even zeggen.

PORTRETTEN

Kreeg vanmorgen een cadeautje van mijn zwager. Een boekje met zomaar een stel muzikanten. Hoe aardig. Hij beheert de nalatenschap van kunstenaar Olav Bijker die geboren en getogen is in Rotterdam en een groot deel van zijn leven in Heerde woonde en werkte. Mijn zwager woont daar ook.
Bijker (1933-2012) maakte het boekje in 1988. Het is een heruitgave van tekeningen die in 1978 al door Bijker zijn gemaakt voor de catalogus van de Centrale Discotheek in Rotterdam. Het zijn tekeningen van musici, sprekende portretten, want tekeningen zijn meer dan een foto.
Bijker verstond de kunst om door de inkt tot de ziel door te dringen van de willekeurig door hem gekozen serie musici, waarvan hij het werk kende. Hij maakte er levende, sprekende portretten van. Bij elke persoon veranderde hij van techniek.
Het leek me, zoveel jaar later, interessant om hier een paar van die portretten te laten zien. Freddy Mercury (foto boven), Mick Jagger en de in Hengelo geboren violist Herman Krebbers (foto onder).

HOED AF VOOR JAN

Hoeveel berichten zijn er wel niet gewijd aan een mogelijke overgang van Ramiz Zerrouki van FC Twente naar Feyenoord? Maar hij ging niet. Jan Streuer (foto), de man die er bij FC Twente over gaat, zei NEE. En als Jan nee zegt, zegt hij nee. Zo is hij. (Hoewel er natuurlijk een mega-bod had kunnen komen waarop hij wel JA had moeten zeggen, zo is de voetballerij dan ook weer wel. Zie de verkoop van Sarr bij Heerenveen.)

Ik zeg: Hoed af voor Jan. Hij hield zijn poot stijf. En wat ook meespeelde, is de rol van het bestuur cq de penningmeester. Ik weet niet eens zo gauw wie het is, maar de bewuste man heeft niet aan de bel getrokken, terwijl hij die acht miljoen graag had bijgeschreven, zoals iedere vaderlandse profclub – op Ajax na – zulke miljoenen niet gauw laat lopen.

Technisch-directeur Jan denkt in het belang van de FC, van de fans, van de situatie op de ranglijst van de eredivisie. Kampioen wordt de FC waarschijnlijk niet, maar bovenin eindigen is van cruciaal belang. Logisch dat je dan een van je beste spelers vast houdt. Hij heeft met zijn volle verstand een contract getekend en met het verstand van zijn zaakwaarnemer erbij. Vlak die laatste niet uit. Die is natuurlijk blijven flirten met de Rotterdammers. Balletje opgooien, nog eens een balletje opgooien en weer een balletje opgooien. Belletje met Jan, nog eens een belletje met Jan en weer een belletje met Jan. Je kunt Jan ’s nachts om half vijf wakker maken en hij dreunt binnen een seconde het telefoonnummer van die gretige zaakwaarnemer foutloos op.

Respect ook voor Zerrouki die desondanks prima bleef spelen. Afgelopen zondag ook weer, nota bene tegen Feyenoord zelf. Crosspasses op maat, balletje afpakken, net op tijd rugdekking geven op een plek waar hij eigenlijk niet hoefde te zijn, openingen bedenken in de defensie van de opponent, medespelers moed inpraten en ga maar door. Jan Streuer is een baas, Ramiz is ook een baas. Komende zomer gun je zo’n jongen een prachtige transfer en intussen heeft Streuer een opvolger gevonden. Of heeft hij die nu al in het vizier?

Zoals ik al eerder zei: Weg met die transferperiode in de winter. Wat een gedoe, wat een onzekerheid en vooral wat een enorme competitievervalsing. Vraag dat maar aan Ruud van Nistelrooij, die het kampioenschap kan vergeten.

VLAGGEN

Zie ze lekker strak aan de mastjes wapperen in de gure wind. De omgekeerde vlaggen van de boeren doen hun werk en hebben intussen zoveel invloed dat zelfs de Belgen het spoor bijster zijn. Ook zij presenteerden onze vlag omgekeerd, zoals gisteren te zien was bij het bezoek van premier Rutte.
Deze vlaggen hangen overal langs de weg tussen Hengelo en Haaksbergen. Soms aan beide kanten van de weg. Tientallen vlaggen. Enorm stukje huisvlijt. De stokken zijn sterk. Minpuntje is de kleur blauw. De vlaggen lijken meer op die van Luxemburg. De Beckumse en Haaksbergse boeren hebben de verkeerde kleur blauw gebruikt. Het moet kobalt zijn. Maar dat zal de boeren worst zijn. Mij eigenlijk ook.
Intussen is hun boodschap bekend. De vlaggen mogen dan ook wel weg wat mij betreft. Voor nog meer instanties gaan geloven dat onze vlag veranderd is in blauw wit rood.

TIENTJE (4)

Even terug naar de jaren tachtig. Ik woonde in Lichtenvoorde en voetbalde in Longa’30 5. Leuk elftal, sympathieke boys. Na een paar trainingen in een nieuw seizoen zei onze leider Bertie dat er nog een nieuwe speler bij zou komen. Ene Joost, 18 jaar, woonde sinds kort in Lichtenvoorde, nadat hij een tijdje in het jeugdinternaat in het naburige Harreveld had gezeten. Hij zou volgens hemzelf goed kunnen voetballen. Bertie had een plekje over. Net voor de eerste wedstrijd trainde Joost een keertje mee. Magere jongen, pokdalig uiterlijk. En inderdaad, hij kon een bal stoppen, kon een pass geven, maar had de conditie van een wijkagent, zoals Willem van Hanegem heel vroeger ooit eens zei toen hij een scheidsrechter kapittelde die niet al te snel was.

Joost ging die zondag meteen mee naar de eerste wedstrijd, uit bij vvVossenveld (Winterswijk). Hij nam plaats bij mij in de auto. Hij stond in de basis. Bertie zei erbij dat hij alleen de eerste helft zou spelen.
In de rust kwam hij hijgend en puffend naast me zitten. De eerste 45 minuten van zijn carrière bij Longa 5 waren zwaar geweest.
“Ik heb mijn portemonnee vergeten. Heb jij alsjeblieft een tientje voor mij”, vroeg hij, onderwijl een shaggie draaiend. “Krijg je dinsdag voor de training terug. Ik wil na het douchen eerst even wat te drinken halen in de kantine, heb gruwelijke dorst.”
Ik voelde in mijn zak, had geen tientje en gaf hem een geeltje. “Geef me na de wedstrijd het wisselgeld maar even terug”, zei ik.
“Oké”, zei Joost, “kun je van op aan.”
Wij speelden de tweede helft, wonnen met 2-0, douchten ons, kleedden ons om en gingen naar de kantine. Ik keek rond. Geen Joost. Ik zocht verder in het Vossenveldse clubhuis. Geen Joost. De vogel was gevlogen. En – nou komt het – we hebben hem nooit meer teruggezien.