40 | SLAPELOZE NACHT

Op de palmares van Jos is de overwinning van de klassieker Kuurne-Brussel-Kuurne in 1984 zeker een van de pareltjes. Vooral als je kijkt naar de overige namen op de lijst van winnaars. Stuk voor stuk zijn het topcoureurs die eind februari / begin maart in het West-Vlaamse Kuurne juichend over de meet geflitst zijn. En hoeveel Nederlanders staan er tussen? Weinig. Want de concurrentie is groot. De renners die aan de start staan, zijn na een uitgebreide voorbereiding in de winter, gebrand op de zege. Ze hebben zich nog nauwelijks met elkaar kunnen meten en staan te trappelen om het nieuwe seizoen van meet af glans te geven, om te laten zien dat ze klaar zijn voor een fraai wielerjaar. Kortom, ze willen allemaal winnen in het stadje aan de Leie.

Jos, debutant in de Panasonic-ploeg, had de Ster der Beloften al in de benen, waarin hij tweede was geworden achter ploeggenoot Eddy Planckaert (foto links). Daags voor Kuurne-Brussel-Kuurne reed hij de Omloop het Volk waar – zoals ook de bedoeling was van Panasonic – Eddy Planckaert andermaal won. Panasonic had ten opzichte van de Kwantum-ploeg de eerste klap uitgedeeld na de opsplitsing van TI Raleigh. Ze zaten maar met liefst zes renners bij de eerste negen. Jos werd zevende.
Daags erna waren er twee koersen, Kuurne-Brussel-Kuurne en de Ronde van Belgisch Limburg. De ploeg werd opgesplitst. Jos kreeg die zaterdagavond op zijn hotelkamer in Gent bezoek van tweede ploegleider Jules de Wever, die hem zei: ‘Awel Jos, we gaan morgen op weg naar Kuurne uw kaart spelen.’ Jos was verheugd, maar kreeg ook de zenuwen. “Ik heb de hele nacht niet geslapen”, vertelt hij. “Ik voelde ineens een enorme verantwoording. Vanderaerden en de broers Planckaert zouden in zo’n situatie meteen aan het ouwehoeren slaan. Die konden de boel op scherp zetten en dan toch zelf nog winnen. Ik trok het me aan. De Wever had een snaar geraakt. De druk stond op de ketel.”

Jos had de Ster der Beloften bijna gewonnen, maar ploegleider Peter Post maakte hem daar wel de spelregels duidelijk. Nu werd hij gepromoveerd tot kopman en was hij nerveus. De wedstrijd verliep aanvankelijk niet zo best voor de lange Tukker. In een van de krantenverslagen staat zijn reactie na afloop. ‘In het begin van de koers had ik verschrikkelijk dikke benen. Ik was niet vooruit te branden, maar blijkbaar tobde de rest ook met de naweeën van de koude, slechte weersomstandigheden in Het Volk.’
Later ging het beter, maar reed hij ook nog een keer lek. Walter Planckaert – tien jaar ouder dan Jos – wachtte op hem en bracht hem terug naar het peloton. Uiteindelijk ontstond er een kopgroep van acht man. “In de spurt liep het gesmeerd”, herinnert Jos zich nog goed. “Walter was een kei als het gaat om het aantrekken van een sprint. Hij was mijn derny in de finale, loodste me overal tussendoor en zo kon ik het keurig afmaken.”
Het was de eerste overwinning van Jos in het shirt van Panasonic. Walter Planckaert werd zelf nog tweede en diens landgenoot Marc Dierickx finishte als derde. Hij was destijds de meesterknecht van Adrie van der Poel en thans de eerste verzorger van diens beroemde zoon Mathieu.
Na Dierickx finishten de andere renners van de kopgroep, achtereenvolgens Marc Madiot, Dirk Heirweg, Stephen Roche, Hans Langerijs en neoprof Gert-Jan Theunisse.

Het mag dan een semiklassieker zijn, de koers naar Kuurne staat mooi op je erelijst. De Telegraaf meldde destijds dat het een grote overwinning was. Jos vertelt dat het later nog vaak vermeld werd. ‘Lammertink, voormalig Nederlandse kampioen en oud-winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne’, staat er dan. “Best mooi. Het is een wedstrijd die je niet zomaar wint”, besluit hij zijn terugblik op die mooie eerste zondag van maart in 1984.