24 | PROTEGÉ VAN DE BONDSCOACH

Als junior was Jos al een grootheid. Een gelukkig worden her en der ook in die categorie etappekoersen georganiseerd, zodat deze jonge renners kunnen wennen aan dit fenomeen. In 1974 startte hij op 30 april in de Dusika Jugend Tour, genoemd naar de tienvoudige kampioen van Oostenrijk, Franz Dusika. Een mooie wedstrijd om het vak nader te leren kennen. Op de deelnemerslijst van deze koers stonden vaak talentvolle jongens uit allerlei landen. Coureurs als Dietrich Thurau, Fabian Cancellara en Bernard Eisel wonnen deze wedstrijd ooit. Eric Vanderaerden was tweede in 1980, Tom Nijkamp uit Diepenheim lukte datzelfde in ’93.

Jos was in het voorjaar van 1974 net 16 jaar en was opgesteld in de Nederlandse ploeg. “Je keek je ogen uit als je over de grens mocht koersen met de nationale ploeg. Buitengewoon hoge bergen met de toppen in de sneeuw”, vertelt hij. In het Oostenrijkse decor liet hij echter meteen zien dat hij erbij hoorde. De eerste etappe was voor hem. Hij won de sprint van zijn medevluchter Etienne de Wilde. Bekende naam. Gianni Giacomini uit Italië eindigde als derde op 45 seconden. Ook een bekende naam. De volgende etappes waren zwaar, maar Jos bleef er goed bij, eindigde niet meer op het podium, maar werd wel als tweede in het eindklassement. Giacomini won de Dusika Jugend Tour. “En dat bleek bepaald geen pannenkoek te zijn”, zegt Jos, “want ik kwam hem ook weer tegen op het WK voor amateurs in 1979 in Zuid-Limburg.”

Jos was als nationaal kampioen door bondscoach Rini Wagtmans samen met Theo de Rooij, Hennie Stamsnijder, Ad Wijnands, Adrie van der Poel en Jacques van der Meer opgesteld in de nationale ploeg. Wijnands en Jos hadden beide nog recent in de Ronde van Slowakije twee etappes gewonnen, Van der Poel en Van der Meer elk één. “Rini stond als bondscoach dicht bij de renners, in tegenstelling tot Joop Middelink”, vertelt Jos. “Rini had zijn wielercarrière door hartklachten moeten opgeven en was op dat moment 32 jaar. Hij wist ons goed te motiveren, wat ook aan de resultaten te merken was. Humor was een van zijn sterke punten. Je kunt wel zeggen dat niets hem te gek was. Zo zaten we in die etappekoers voor de start op een pleintje koffie te drinken. Plots vroeg hij aan Ad Wijnands of hij zijn fiets even mocht lenen. Hij ging op het stuur van de fiets zitten, prutste zijn voeten tussen de toeclips en fietste zo achterwaarts het pleintje op. Onderwijl had hij ook nog ergens een brandende sigaret en een krant geregeld en al rokend, achteruit rondjes rijdend, las hij de krant. Dat had ik nog nooit gezien. Ik begon me ongemakkelijk te voelen, zag hem bij wijze van spreken al op het plein liggen . Maar… niets aan de hand. Het was gewoon een perfect optreden dat in het circus niet misstaan zou hebben.”

Maar we zijn er nog niet. De bondscoach had nog meer kunsten op zijn repertoire. Jos: “Terugrijdend naar het hotel ging hij met een aantal van ons een weddenschap aan. De laatste bocht voor het hotel kon hij met een snelheid van tachtig kilometer per uur nemen. Niemand was het met hem eens, maar hij bleef overtuigd en zou het wel eens even laten zien. Met een paar man gingen we mee in de Opel Rekord om het live mee te maken. Ik zat voorin naast hem. De bewuste bocht was haaks, de weg circa zes meter breed en aan beide kanten van de weg zat een stoep met daarnaast direct een huis. Onmogelijk zou je zeggen. Of had hij een truc? Hij werd dan wel de beste daler van het peloton genoemd, maar kon hij ons ook wat leren in de auto? Rini voerde het tempo op, maakte ons allemaal attent op de kilometerteller die precies 80 aangaf. Voor de bocht een beetje slingeren, daarna helemaal naar links om de bocht zo ruim mogelijk te nemen. Het werd steeds spannender, het hart bonsde me in de keel en ondertussen zetten we ons schrap om de confrontatie met de stoep en het huis op te vangen. Op het allerlaatste moment ging hij toch rechtdoor, schaterlachend. Wat een opluchting, wat had hij de spanning weten op te voeren. Ik weet helemaal niet eens meer waar we om gewed hadden, maar ik ben die actie nooit vergeten. ‘Of dachten jullie dat ik echt…..’, zei hij met een grote grijns op zijn gezicht.”

Voor de WK-wedstrijd had hij een revolutionaire strategie in petto. “Hij verwachtte veel valpartijen op dat smalle parcours in het zuiden van Limburg. Met zo’n groot peloton en met zoveel onervaren nationaliteiten daartussen kon je daar vanuit gaan. Van voren blijven, het tempo hoog houden, dan gaat alles en iedereen kapot en dan zijn wij vanzelf wereldkampioen. Liever gezegd, dan zou ik de regenboogtrui mogen aantrekken. Dat was het plan van Wagtmans. Ik was een protegé van hem, hij was op mijn hand en liet daar geen twijfel over bestaan. Op de voorpagina van een sportkatern stond levensgroot gedrukt. Rinie Wagtmans: Wie Jos Lammertink klopt, wordt wereldkampioen. En in Slowakije, een week eerder, hadden we met Rini als coach iedereen naar huis gereden. Ik had er dan ook zelf vooraf ook vertrouwen in”, vertelt Jos.

Mooi bedacht, maar deze tactiek mislukte. “Het tempo hielden we hoog, maar er waren geen valpartijen. ‘Alles en iedereen gaat kapot’ werd ook niet bewaarheid, zelf ging ik overigens wel kapot. Enigszins overmoedig bleek ik toch te veel met de krachten hebben gesmeten.”
Gianni Giacomini (foto) uit Cimadolmo fietste een uurtje of vier mee in de achterste gelederen van het peloton, maar won de ultieme sprint. Op het WK in eigen land was Wijnands met zijn dertigste plaats de beste Nederlander. Jos eindigde als 74ste. Giacomini werd voor de vierde keer wereldkampioen, want hij maakte in 1976 ook al deel uit van de Italiaanse juniorenploeg die de ploegentijdrit won en in 1978 werd hij op het WK voor militairen op de weg en de ploegentijdrit kampioen.
De zilveren medaille ging daar in ’79 in Valkenburg naar de Pool Jan Jankiewicz en dat was de man die Jos een paar dagen later op het WK achtervolging in het Olympisch Stadion als tegenstander had in de kwartfinale. Daarover schreven we al, want Jos versloeg hem ondanks twee lekke banden.
Kortom, de mannen die hij als junior als concurrent had, kwam hij ook bij de amateurs en profs weer tegen. Giacomini en Jankiewicz waren overigens slechts enkele jaren beroepsrenner. Beiden stopten om gezondheidsredenen.

Foto boven: Jos in tweede positie bij de beklimming van de Cauberg (WK79)


Uitslag WK 1979 amateurs