HENK NIEUWKAMP 80 (deel 1)

Vrijdag wordt hij tachtig, dat kleine wielrennertje uit Borne. Henricus Everhardus Maria Nieuwkamp is de naam en veel wielrennende tijdgenoten zullen zuchten bij de herinnering aan de slechts 1.67 m grote coureur. Reed je met hem naar de meet, dan was je bina kansloos. Want hij had een messcherpe eindsprint. Tien meter voor de streep fietsten hij en nog drie snelle mannen op gelijke hoogte, op de streep had Nieuwkamp meer dan een fietslengte voorsprong. Bijna elke koers weer.

In de eind jaren 50 en in de jaren 60 was hij een van de beste renners van Nederland. Meer dan duizend keer stond hij op het erepodium; 208 keer op de hoogste trede. Won behalve talloze criteria en plaatselijke rondes in binnen- en buitenland, twee etappes in Olympia’s Tour en drie in de Milk-Race, de ronde van Engeland. Hij won ook klassiekers als de Ronde van Limburg, de Ronde van de Achterhoek en de Vierstromenlandronde.

Bij de Olympische Spelen in Mexico maakte hij deel uit van de ploegenachtervolging, maar het optreden op de baan werd geen succes. Ooit zei hij in de TCTub: “We waren erg bezig met de gedachte dat deelnemen belangrijker is dan winnen.” Hij moest er erg om lachen. Hij en enkele ploegmaats hebben er de bloemetjes buiten gezet.

De wielrenner Nieuwkamp stond in die jaren bekend als een bon-vivant.

Hij relativeerde zijn wielerkwaliteiten in hetzelfde interview: “Je hebt niet zo heel veel nodig om sneller te zijn dan een ander. Het is gewoon een kwestie van de juiste trap geven op het juiste moment. Ik had een redelijk koersinzicht. Je moet zien hoe de wind staat, welke renners al weg zijn, wie goed en minder goed rijden, dat soort zaken. Daar had ik wel feeling voor.”