21 | KAPSONES

Tijdrijder Jos zou wellicht ook op de baan geen gek figuur slaan. Prologen van etappekoersen raasde hij met grote snelheid onder de wielen vandaan en won hij regelmatig. Niet gek dus, die gedachte om het eens op de baan te proberen. En inderdaad. Hij bleek ook op de baan een topper te zijn. Het leidde tot een vierde plaats op het WK in eigen land in 1979. Niettemin trok de baan hem niet zo. Jos had er eigenlijk niet veel zin in, toen Amstel-ploegleider Herman Krott hem polste voor deelname aan het NK in dat jaar om zich daarna te kunnen plaatsen voor het WK.

‘Dat is iets voor jou’, zei Krott, ‘want het NK en later het WK vindt plaats in het Amsterdamse Olympisch Stadion.’ Jos legt uit wat Krott bedoelde. “Zo’n 500-meter-baan als in het Olympisch Stadion komt meer overeen met wegwedstrijden dan die kleine baantjes van 250 meter, waarop de overgang van weg naar baan te groot is en je meer zult moeten trainen. Dat nam ik van hem aan. Toch had ik geen hoge pet op van het baanwielrennen.”

Hij vertelt over een akkefietje uit de juniorentijd met Sjaak Pieters, broer van de bekendere Peter Pieters. Dat speelde zich af in april 1976 in de Ronde van Kerkdriel. Hij weet het nog goed. “Het was een vierkant rondje met in de richting van de finish een harde wind in de rug. Kom je daar op kop door de bocht en je trekt vol door, dan kan niemand er overheen komen. Voor de junioren was 52-15 de maximaal toegestane versnelling. Als eerste door de laatste bocht lukte. Maar honderd meter voor de streep ging iemand mij voorbij met een veel hogere snelheid, maar met een lager beentempo. Hoe kan dat, dacht ik meteen. Het was Sjaak Pieters. Hij won door de boel te besodemieteren. In de bocht na de finish stond zijn vader meteen klaar met een andere fiets die dezelfde kleur had en de legale versnelling. Ik heb daar toen een partij stennis gemaakt en heb daarbij de fiets vastgehouden die hij gebruikt had met een verzet van 52-14. De jury kwam op het tumult af, controleerde de bewuste fiets en toen was Sjaak de Sjaak. Hij deed dat vaker. Reacties en schouderklopjes van ouders van mede concurrenten bevestigden dat. Jos werd uitgeroepen tot winnaar, Sjaak werd gediskwalificeerd.


MASSAGES VAN EEN HALF UUR

Over akkefietjes gesproken. Tijdens het NK individuele achtervolging waarvoor Krott Jos had ingeschreven, speelde zich ook weer het nodige af met de Twentenaar in de hoofdrol. Hij was nog steeds niet enthousiast over zijn deelname en dat gevoel werd versterkt door het gedrag van de baanploeg met onder meer de reeds genoemde Sjaak Pieters. “Allereerst werd ik al uit de kleedkamer gebonjourd. Er was één luxe megakleedkamer met grote badtombes die blijkbaar exclusief voorbehouden waren aan de baanselectie. Wat een kapsones toch. In het stadion waren de sprinters bezig en op het middenterrein stonden er massagetafels opgesteld voor de selectie. Als ze een sprintje getrokken hadden, kregen ze een handdoekje in de nek en heel opzichtig op het middenterrein een massage van een half uur. Ik plaatste me voor de halve finale en vertelde losweg aan een journalist wat ik er zoal van vond. De andere dag stonden mijn opmerkingen groot in het Algemeen Dagblad.

Dezelfde ochtend werd Jos buiten het stadion klemgereden door Frans Mahn, de bondscoach die zijn gal spuwde over zijn uitspraken. “Ik schrok wel een beetje, want ik wist niet dat ze in de krant zouden komen. Ik herinnerde me wel dat ik de dag ervoor met iemand gesproken had. Achteraf zeg ik: waarom trok ik daar mijn mond zover open. Ik was 21 jaar en kan nu niet anders zeggen dan dat het nogal onbezonnen was. Want ik kende ook baanrenners die mijn respect wel hadden zoals Gaby Minneboo en mijn streekgenoten Dick van Egmond en Herman Ponsteen.”

Maar Jos kwam daar in het Olympisch Stadion Sjaak Pieters weer tegen als sprinter en herinnerde zich ineens dat voorval in Kerkdriel van drie jaar eerder. Dat leidde wellicht tot een negatieve mindset. “Inderdaad. Ik denk dat me dat getriggerd heeft”, erkent hij.

BAANPLOEG
Op dat NK baanwielrennen in juli ’79 werd Jos vierde op de kilometer tijdrit en werd hij Nederlands kampioen achtervolging door Dick van Egmond in de finale te kloppen. Het leverde hem een plek op in de baanploeg voor het WK dat een maand later op dezelfde baan gehouden zou worden. Daar was Jos andermaal het middelpunt van enige commotie.

“Ik besefte dat ik het baanritme oftewel het baantredje zoals ze dat noemen, miste. Dat is niet gek want de baankampioenschappen waren gewoon tussen mijn wegprogramma ingeplakt. Zo reed ik zaterdag het WK op de Cauberg en de dinsdag daarna het WK achtervolging op de baan. Mijn start was altijd goed, maar na een paar rondjes kreeg ik de neiging om een tandje bij te schakelen zoals je dat op de weg ook doet. Dan had ik even een klein dipje, maar dat moet je niet hebben in een tijdrit op een WK.”
Gelukkig had bondscoach Peter Nieuwenhuis een idee. Na de series en achtste finales moest Jos in de kwartfinale rijden tegen de Pool Jan Jankiewicz en dat zou een zware kluif worden. Nieuwenhuis stelde voor om op witte enen te gaan rijden. Jos: “Dat zijn banden die alleen geschikt zijn voor houten banen. Op een betonnen baan weet je zeker dat ze tijdens die  vier kilometer gaan ploffen. Ik startte goed en reed inderdaad na drie ronden van 500 meter mijn achterband lek. De jury berekende het afstandsverschil op het moment van pech: 11 meter en 76 centimeter was ik voor op die Pool. Met die voorsprong kon ik aan het restant van de vier kilometer beginnen, zo stond het in de reglementen beschreven. Een ander wiel erin en dan opnieuw starten, wat dus mijn sterke punt was. Na twee ronden wéér een knal. De voorband begaf het. Hetzelfde ritueel. Voorsprong bepalen en verder. Ik won. Door naar de halve finale.”

Toen Jos tijdens het uitrijden zijn tegenstander opzocht om enig medeleven te tonen met diens verlies, liet de Pool duidelijk blijken dat hij kwaad was. Hij had de truc van de Nederlandse tegenstander door en spuugde een dikke fluim tussen hen in op de grond. Het Poolse kamp stelde de gang van zaken duidelijk niet op prijs. Hij moest maken dat hij weg kwam.

In de halve finale verloor Jos met een paar honderdsten verschil van de Fransman Alain Bondue en werd uiteindelijk vierde op het WK achtervolging.
(foto’s oa van Cor Vos)

WK baan. Bijna klaar voor start
WK baan. In afwachting van…
WK achtervolging ’79

WK weg 1979. Jos leidt de dans op de Cauberg. Hij finishte als 67ste…