ORANJEFANS

Braga. Een terrasje op 250 meter van het nieuwe unieke stadion, twee uur voor Nederland-Letland. Het is een terrasje-voor-één-avond.  Het nabije keetje wordt normaliter voor andere dingen gebruikt. Twee bier-/cola-/broodjesverkopers erin en twee vrouwelijke assistentes, waarvan de meest pronte voortdurend lacht. Alle oranjefans vallen als een blok voor haar. Uiteraard voorspelt ze tijdens het opnemen van de bestelling (9 bier en 2 cola) een dikke overwinning voor Olanda. Vijftig meter verder wordt een zelfde verkooptentje door de politie abrupt gesloten, omdat ze daar niet het bier van de hoofdsponsor verkopen. Nog meer klandizie voor onze vrolijke serveerster die inmiddels al voorzien is van een oranje pet.

In het gras naast ons vlecht een Letse tiener een bloemenkrans van de namaakpaardebloemen die daar groeien. Tegen het gaas langs de weg naar het stadion staat een oud Portugees vrouwtje. Zwarte jurk, witte band door het haar, witte muiltjes aan de voeten.  Ze volgt de bewegingen van de fans met een gezicht dat continu op verbazing staat. Zou ze dit ooit gezien hebben en ooit nog weer zien? Kan een mens van 77 dit allemaal verwerken? Drie mannen die verkleed zijn als oliesjeik. Niet in het wit maar in oranje, tot de schoenen aan toe. Een man die met een strakke oranje jas en een bos wortelen op de kop naar de wedstrijd gaat? Een man die als Indiaan verkleed is en die net doet of hij Van Basten zelf is. Want hij laat zich met iedereen fotograferen. Een man (het zijn tot nu steeds mannen die de aandacht trekken) die als pater naar de wedstrijd gaat, maar dan wel met een oranje pij.
Een groep van zo’n vijftig fans loopt zingend richting de ingang van het stadion. Ze zijn allemaal oranje op een klein donker mannetje na. Die is in Ajax-tenue. Geen gezicht, slaat natuurlijk nergens op. Matroos tussen de zandhazen. Een Oranjefan doet zijn oranje schoenen uit, gooit ze in de berm en loopt op blote voeten verder. Hij zwaait met een vlag waarop Willem-Alexander en Maxima staan afgebeeld. Een andere landgenoot ligt languit in het gras. Uitgeteld, dronken, te vroeg gepiekt.

Vijf kwartier voor de wedstrijd zitten we hoog in het stadion, ter hoogte van de middenlijn.
Ik heb zeker een kwartier nodig om dit architectonische wonder te bewonderen.

Om mij heen oranje, oranje, oranje. Kleur van de warmte, van spontaniteit, energie. Van ‘kijk eens hoe flink ik ben, hoe sterk wij zijn als groep’.

Aan de overkant haalt een legertje suppoosten een spandoek weg: Tekst: Dickie rot op, wat er ook gebeurd. (Ja, ja, gebeurd moet met een t.)

Het meisje (prachtig lichtoranje hemdje, oranje nagels) dat voor me zit, reikt een stapel oranje sjaals uit. Tekst: ‘Oranje laat van zich horen, Rafael gaat scoren’. Of we die allemaal om willen doen en of we een stapel willen doorgeven. ‘Rafael staat niet eens in de basis’, zeg ik gemeen. ‘Hij komt erin’, zegt ze lachend. De kuiltjes in haar wang worden zichtbaar. Ze is nerveus, rookt de ene Marlboro na de andere. Sms-t voortdurend, zingt mee met de meute Holland, Holland of  Alles of niets, olé, olé’. Haar vriend die naast haar zit, is de komende twee uur niet aanwezig.

Het Wilhelmus. Ze zingt mee uit volle borst.  Serieus. Intens. Ellen, die naast mij staat, vouwt de handen alsof ze Onze-Lieve-Heer tijdens het volkslied wil smeken om zijn zegen. ‘Laat het asjeblieft 3-0 worden Heer en doe de Duitsers struikelen.’ Emotie. Wat een hartstocht. Ik weet het zeker, op het moment suprème zit de passie van vrouwen veel en veel dieper dan bij mannen. Of wist u dat al?

NB. Na de wedstrijd is het anders. Dan vindt een vrouw het verder best, maar kunnen de mannen nog uren verder bomen over de opstelling, over de tactiek, over de kansen in de volgende ronde. Vrouwen juichen of balen, maar kunnen daarna wel rustig slapen.